verbes herhaling

1 / 30
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 5 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

A vos marches!
- votre cahier 
- un stylo


--> 6 verbes - 2 minutes

Slide 3 - Slide

ik ben
jij hebt
hij is
wij hebben
jullie zijn
zij hebben
timer
3:00

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

A vos marches!
- votre cahier 
- un stylo


--> 6 verbes - 2 minutes

Slide 6 - Slide

jij bent
zij is
wij zijn
u bent
jullie hebben
zij zijn

timer
3:00

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

A vos marches!
- votre cahier 
- un stylo


--> 6 verbes - 2 minutes

Slide 9 - Slide

ik heb
jij bent
zij is
u heeft
wij hebben
zij zijn
timer
2:00

Slide 10 - Slide

ik heb
jij bent
zij is
u heeft
wij hebben
zij zijn
j'ai
tu es
elle est
vous avez
nous avons / on a
ils / elles sont

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

A vos marches!
- votre cahier 
- un stylo


--> 6 verbes - 2 minutes

Slide 13 - Slide

hij is
jij hebt
ik ben
wij zijn
jullie hebben
zij hebben
timer
2:00

Slide 14 - Slide

hij is
jij hebt
ik ben
wij zijn
jullie hebben
zij hebben
il est
tu as
je suis
nous sommes
vous avez
ils ont

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

A vos marches!
- votre cahier 
- un stylo


--> 6 verbes - 2 minutes

Slide 17 - Slide

wij zijn
u bent
ik heb
jij hebt
zij zijn
hij heeft
timer
2:00

Slide 18 - Slide

wij zijn
u bent
ik heb
jij hebt
zij zijn
hij heeft
nous sommes
vous êtes
j'ai
tu as
ils sont
il a

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

A vos marches!
- votre cahier 
- un stylo


--> 6 verbes - 2 minutes

Slide 21 - Slide

ik ben
wij hebben
u heeft
je (parler)
ils (écouter)
nous (regarder)

timer
2:00

Slide 22 - Slide

ik ben
wij hebben
u heeft
je (parler)
ils (écouter)
nous (regarder)

je suis
nous avons
vous avez
je parle
ils écoutent
nous regardons

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

A vos marches!
- votre cahier 
- un stylo


--> 6 verbes - 2 minutes

Slide 25 - Slide

nous (parler - présent)
ils (regarder - pa. comp
il (être - présent)
ik heb
jij hebt geluisterd
u luistert


timer
2:00

Slide 26 - Slide

nous (parler - présent)
ils (regarder - pa. comp
il (être - présent)
ik heb
jij hebt geluisterd
u luistert


nous parlons
ils ont regardé
il est
j'ai
tu as écouté
vous écoutez

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

A vos marches!
- votre cahier 
- un stylo


--> 6 verbes - 2 minutes

Slide 29 - Slide



nous (répondre - présent)
ils (vendre - pa. comp
il (rendre - présent)
ik verkoop
jij hebt geantwoord
u bent


timer
2:00

Slide 30 - Slide