Cognitieve ontwikkeling van de peuter

Cognitieve ontwikkeling van de peuter
1 / 38
next
Slide 1: Slide
GroeipadSecundair onderwijs

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Cognitieve ontwikkeling van de peuter

Slide 1 - Slide

verwarring tussen
fantasie en werkelijkheid

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Video

Klopt wat ze hier zeggen met wat jullie dachten dat dit ging zijn? Waarom wel/niet?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Wat is volgens jullie de link tussen het boekje en de verwarring tussen fantasie en de werkelijkheid?

Slide 6 - Open question

Objectpermanentie

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Link

Klopt wat ze hier zeggen met wat jullie dachten dat dit ging zijn? Waarom wel/niet?

Slide 9 - Open question

Spel: objectpermanentie 
1. Kom allemaal naar voren. 
2. Bekijk het speelgoed dat hier ligt goed.
3. Sluit allemaal jullie ogen.  
4.  Er wordt 1 stuk speelgoed weggehaald. 
5.  Raad welk stuk speelgoed is verdwenen. 

Slide 10 - Slide

Wat zou de link kunnen zijn tussen dit spelletje en objectpermanentie?

Slide 11 - Open question

Imiteren

Slide 12 - Mind map

Elkaar imiteren
1. Kies wie van jullie 2 eerst gaat nadoen. 
2. Doe elkaar even na. 
3. Wisselen van persoon. 
4. Doe elkaar even na. 
timer
1:00

Slide 13 - Slide

Zelfbeeld

Slide 14 - Mind map

Slide 15 - Video

Was dit zoals jullie hadden verwacht? Waarom wel/niet?

Slide 16 - Open question

Opdracht spiegel: zelfbeeld
  1. Neem de spiegel. 
  2. Zeg 3 zaken die starten met: IK ben ...  

Slide 17 - Slide

Wat is de link tussen de opdracht en het zelfbeeld van een peuter?

Slide 18 - Open question

Geheugen

Slide 19 - Mind map

Slide 20 - Video

Opdracht dieren: geheugen 

Slide 21 - Slide

Opdracht dieren: geheugen 

Slide 22 - Slide

Opdracht dieren: geheugen 

Slide 23 - Slide

Opdracht dieren: geheugen 

Slide 24 - Slide

Opdracht dieren: geheugen 

Slide 25 - Slide

Opdracht dieren: geheugen 

Slide 26 - Slide

Wat is hier de link tussen deze opdracht en het geheugen van de peuter?

Slide 27 - Open question

Kleuren benoemen

Slide 28 - Mind map

Kleuren herkennen 

Slide 29 - Slide

Kleuren herkennen 

Slide 30 - Slide

Kleuren herkennen 

Slide 31 - Slide

Kleuren herkennen 

Slide 32 - Slide

Wat zou hier de link kunnen zijn tussen het spel en de kleuren herkennen bij peuters?

Slide 33 - Open question

Probleemoplossend
denken

Slide 34 - Mind map

Slide 35 - Video

opdracht pop: probleemoplossend denken

  1. Neem een pop. 
  2. Bedenk samen hoe je ervoor gaat zorgen dat de pop kan zitten. 
  3. Roep de leerkracht als de pop zit.  

Slide 36 - Slide

Hoe kan je deze opdracht linken aan probleemoplossend denken?

Slide 37 - Open question

Algemene uitleg 

Verwarring tussen fantasie en werkelijkheid= Ze kunnen nog niet echt het verschil zien, zo denken ze bijvoorbeeld aan een spook en denken dit ook echt te zien. 
Objectpermanentie= Hij weet dat iets dat je niet ziet er nog wel is. Bijvoorbeeld als er een speelgoedje onder de kast is gerold weet hij dat hij dit er terug onderuit kan halen. 
Imiteren= De peuter gaat andere nadoen. Bijvoorbeeld als mama is aan het koken gaat de peuter ook koken in zijn speelgoedkeuken. 
Zelfbeeld= De peuter gaat over zichzelf praten in de Ik-vorm. Alles draait rond ik, mij en mezelf. Zo zegt hij bijvoorbeeld Ik ben flink geweest. 
Geheugen= Hij kan goed instructies volgen en onthouden. Ook kan hij zaken die een andere dag zijn gebeurd terug vertellen. Zo kan hij bijvoorbeeld vandaag vertellen dat ze gisteren koekjes hebben gebakken.
Kleuren benoemen= De peuter kan kleuren sorteren, hij kan dus bijvoorbeeld een groene blok op een groen papiertje leggen. 
Probleemoplossend denken= De peuter gaat zelf oplossingen zoeken voor een probleem. Zo gaat hij bijvoorbeeld zelf een stoel tegen het aanrecht zetten om aan de koekjes te geraken die hierop liggen. 


timer
5:00

Slide 38 - Slide