Herhaling V2 hfst 1, pr 1 en 2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 1

Herhaling paragraaf 1 en 2 voor de SO 

Voorwaarden

1. Tijdens het maken van de vragen mag je overleggen met degene die naast je zit. Dit doe je op fluisterniveau

2. Tijdens mijn uitleg ben je stil

3. Ga je schreeuwen/roepen of gekke geluiden maken? dan heeft dit consequenties voor de hele klas! 

Paragraaf 1

China: bevolking en ruimte 

Hoe is de bevolkingsgroei en de spreiding van de bevolking over het land?

De bevolkingsspreiding in China is ....

1. Gelijk
2. Ongelijk

De meesten mensen in China wonen in het .... van het land

1. Noorden
2. Oosten
3. Zuiden
4. Westen

Het landschap van China is te vergelijken met een trap. In het westen ligt het hooggelegen gebied en in het oosten, het laaggelegen gebied.

Waar

Niet waar

Noem een kenmerk van het landschap op de hoogste trap

Het begrip laagvlakte betekent:

1. Een gebied dat lager dan 100 meter ligt
2. Gebied zonder hoogteverschillen dat hoger ligt dan 500 m
3. Een gebied met hoogteverschillen dat lager ligt dan 500 m
4. Een gebied zonder hoogteverschillen dat lager dan 500 m ligt

Verklaar aan de hand van deze foto, de spreiding van de bevolking in China

De Chinese regering neemt maatregelen om het aantal en de spreiding van de bevolking te veranderen. Welk begrip past hierbij?

1. Bevolkingsdichtheid
2. Vergrijzing
3. Bevolkingspolitiek
4. Spreiding

China had van 1979 tot 2015 een eenkindpolitiek. Wat betekent dit? En wat is het nadelige gevolg van dit?

1. Granaat
2. Urn
3. Piramide

Schrijf de hoofdletters van de klimaatzones op, met daarachter de klimaten

Paragraaf 2

China: van kopiëren naar innoveren 

China voor 1980 was arm, communistisch en bedrijven mochten zelf bepalen wat ze deden

1. waar
2. niet waar

Voor 1980 waren de bedrijven van de staat. Na 1980 werden er bepaalde 'zones' ingesteld, waar internationale bedrijven zich vrij mochten vestigen. Welk begrip hoort hierbij?

Kenmerken van het China van nu

Er is nu een snel groeien binnenlandse afzetmarkt in China. Wat betekent dit?

Er vindt een verschuiving plaats in de industrie in China. Industrie verschuift van de oostkust naar .....

1. Europa
2. Binnenland China of goedkopere landen in Azië
3. Japan
4. Continent Afrika

Wat ga je nu doen?

Keuzes:
1. Je gaat de opdrachten van paragraaf 2 afmaken en nakijken

2. Je gaat zelfstandig aan de slag met leren (begrippen leren, basisboeknummers leren, samenvatting maken, leerdoelen leren) 

3. Heb je een vraag over de leerstof? Ik kom langslopen, ga ondertussen wel alvast leren.