4.1 Afsluiting + betrouwbaarheid van bronnen

Afsluiting: 4.1: Leenheren en leenmannen
(2)
vaardigheid: betrouwbaarheid van bronnen.
Dit heb je nodig:
  • Je boeken.
  • Je iPad
  • Je schrift.
  • Pen en markeerstiften
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Afsluiting: 4.1: Leenheren en leenmannen
(2)
vaardigheid: betrouwbaarheid van bronnen.
Dit heb je nodig:
  • Je boeken.
  • Je iPad
  • Je schrift.
  • Pen en markeerstiften

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • vragen over de opdrachten van  4.1? 
  • afronden paragraaf 4.1: leenheren en leenmannen.
  • aantal oefenvragen
  • vaardigheid: betrouwbaarheid van bronnen
  • voorbeeldopgaven
  • zelf aan de slag met de vaardigheid betrouwbaarheid van bronnen.

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les:
... heb je laten zien dat je de stof van paragraaf 4.1 kunt toepassen.
... weet je hoe je kunt bepalen of een bron betrouwbaar is.
... laat je zien dat je de 4 stappen om een bron te beoordelen kent en kunt toepassen.
... laat je zien dat je een conclusie kunt geven of een bron betrouwbaar is of niet.

Slide 3 - Slide

Bespreken opdrachten
  • Vragen?
  • Moeilijke opdrachten?

Slide 4 - Slide

Afsluiting 4.1
  • Feodalisme
  • Ridders
  • Karel de Grote
  • oorzaken en gevolgen 

Slide 5 - Slide

Afsluiting: Oefenvragen

Slide 6 - Slide

Gebruik de vier zinnen
Welke zinnen over het Frankische rijk van Karel de Grote zijn juist?
Sleep de zinnen naar het juiste vak, juist of onjuist.

Juist
Onjuist
A. Door veroveringen werd Karel de Grote koning van een groot rijk.
B. Het Frankische rijk was begonnen in Duitsland.
C. Karel de Grote bestuurde zijn rijk met behulp van het feodalisme.
D. Toen Karel keizer werd, behoorde heel Europa tot zijn rijk.

Slide 7 - Drag question

Gebruik bron 3.
Op welke heersers wilde Karel de Grote graag lijken? (let op zijn uiterlijk)

Slide 8 - Open question

1. het Frankische rijk raakte verdeeld onder nakomelingen.
2. invallen van de Vikingen
3. onveilig Europa
4. nog meer politieke veranderingen
5. leenmannen gingen zelf ook leenmannen benoemen.
6. strijd tussen vorsten en edelen.

Slide 9 - Drag question

Vaardigheid: Betrouwbaarheid van bronnen:
1. Wie schreef of maakte de bron?
Wat is zijn of haar afkomst of voorgeschiedenis?
2. In welke tijd is de bron geschreven of gemaakt?
Direct toen de gebeurtenis plaatsvond of jaren of zelfs eeuwen later?
3. Hoe is de maker van de bron aan zijn of haar informatie gekomen?
Was hij/ zij erbij? Heeft hij/ zij goede bronnen gebruikt?
4. Met welke bedoeling is de bron gemaakt?
Wat wil de maker bereiken met de bron? Waarom is de bron geschreven of gemaakt?

Slide 10 - Slide

Is deze bron betrouwbaar als je wil weten hoe Karel de Grote eruitzag? Leg je antwoord uit

Slide 11 - Open question

Is deze bron betrouwbaar als je wil weten hoe Karel de Grote eruitzag?

Slide 12 - Open question

Aan de slag:
  • Maak de opdrachten bij de vaardigheid betrouwbaarheid van bronnen. De opdrachten staan in Teams, lever je ingevulde document hier ook weer in.
  • Bekijk de 2  filmpjes en zoek extra informatie over Willibrord en Bonifatius en maak van beide personen een mindmap

Slide 13 - Slide

Controle lesdoelen:
Aan het einde van deze les:
... heb je laten zien dat je de stof van paragraaf 4.1 kunt toepassen.
... weet je hoe je kunt bepalen of een bron betrouwbaar is.
... laat je zien dat je de 4 stappen om een bron te beoordelen kent en kunt toepassen.
... laat je zien dat je een conclusie kunt geven of een bron betrouwbaar is of niet.

Slide 14 - Slide