LLH12 test

Test Laagland H12
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Test Laagland H12

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoe noemen ze de geschiedkundige periode tussen de twee wereldoorlogen?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Wat is onjuist m.b.t. Nederland in de periode van WOI en het interbellum?
A
Nederland bleef neutraal tijdens WOI
B
Economische crisis in 1929
C
Algemeen mannen- en vrouwenkiesrecht in 1917
D
Opkomst NSB onder Anton Mussert

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is onjuist m.b.t. cultuur in Nederland in het interbellum?
A
Fin-de-sièclegevoel= hoop en vertrouwen door vooruitgang versus angst voor onbekende
B
Bescherming individualiteit versus angst voor massa(cultuur)
C
De Stijl als maandblad én kunststroming
D
Veel vergelijkbare stijlen in de kunst

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat was het gevolg van cultuurkritiek en het fin-de-sièclegevoel voor de kunst in het interbellum?
A
steeds meer experimenten in de kunst
B
afzetten tegen kunst, zoals bij het dadaïsme
C
veel botsende stijlen in de kunst
D
een meer begrijpelijke kunst in gewoon taalgebruik

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Filosofen uit het interbellum

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Volgens deze persoon worden we gedreven door ons onderbewustzijn (driften en verlangens)
A
Ludwig Wittgenstein
B
Sigmund Freud
C
Walter Benjamin
D
Henri Bergson

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Hij maakt een onderscheid tussen de meetbare tijd en durée.
A
Ludwig Wittgenstein
B
Sigmund Freud
C
Walter Benjamin
D
Henri Bergson

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Door een stortvloed aan ervaringen, kan de mens leiden aan een shockervaring.
A
Ludwig Wittgenstein
B
Sigmund Freud
C
Walter Benjamin
D
Henri Bergson

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Durée staat voor de zuivere tijd, waarbij continuïteit en intuïtie een rol spelen.
A
Ludwig Wittgenstein
B
Sigmund Freud
C
Walter Benjamin
D
Henri Bergson

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Het oedipuscomplex is te koppelen aan deze grote denker.
A
Ludwig Wittgenstein
B
Sigmund Freud
C
Walter Benjamin
D
Henri Bergson

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de historische avant-garde?
A
de kunst waarnaar de kunstenaars in het interbellum teruggrepen
B
de voorhoede/mensen die vooropliepen in o.a. de kunsten in de jaren 20 en 30
C
een modetijdschrift waarin men nieuwe modestijlen laat zien
D
de kunst waartegen de kunstenaars in het interbellum zich afzetten

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort niet bij de historische avant-garde?
A
vorm, kleur en compositie boven inhoud
B
een kunstwerk is autonoom en kan dus alleen naar zichzelf verwijzen
C
moeilijk te begrijpen kunst
D
omarmen van materialisme

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Bekijk de afbeeldingen:
Welke stroming?
Invullen bij volgende dia, dus kijk goed.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Bij welke stroming kun je deze schilderijen indelen?
A
expressionisme
B
kubisme
C
surrealisme
D
nieuwe zakelijkheid

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort niet bij het expressionisme?
A
kunst als tegengif tegen vervreemding, materialisme en burgerlijke orde
B
Die Brücke: persoonlijke expressie, het intuïtieve, stad en natuur, naaktheid als antiburgelijkheid
C
voortborduren op de de heersende schildertraditie
D
Der Blaue Reiter: weg van materialisme en vervreemding, naar spiritualiteit en abstractie

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord staat centraal in 'het expressionisme'?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Wat is geen kenmerk van modernistische poëzie?
A
niet per se eindrijm, wel assonantie en alliteratie. Opvallende woordcombinaties
B
Vooral zelfstandige naamwoorden en minder gebruik bijvoeglijke naamwoorden dan bij vorige generatie
C
wel vaste versvorm, geen vaste regellengte en strofebouw
D
onvolledige en ongrammaticale zinnen en weglaten interpunctie en hoofdletters

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welke stroming?

Weeping Woman 
Pablo Picasso

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Bij welke stroming is dit schilderij in te delen?
A
expressionisme
B
dadaïsme
C
kubisme
D
surrealisme

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort niet bij het kubisme?
A
Alle vormen zijn terug te brengen tot de drie oervormen: bol, kegel en piramide
B
Maatschappelijke inhoud
C
Achter de realiteit schuilt de eeuwige schoonheid van geometrische abstracties
D
'simultanéité'

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions





Bij welke stroming?

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

Wat past niet bij het dadaïsme?
A
Collage, montage, ready made, klankgedichten en simultaniteitspoëzie
B
Nihilistisch wereldbeeld (Nietsche), vol idealen en geloof in een betere maatschappij
C
Chaos creëren: antiburgerlijk, cultuurkritiek en antikunst
D
Reactie op ontreddering na WOI en walging van dogma's

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Welke stroming?
A
expressionisme
B
dadaïsme
C
surrealisme
D
nieuwe zakelijkheid

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat past niet bij het surrealisme?
A
bewustzijn beperkt de spontaniteit (sociale klasse, moreel, godsdienst)
B
Onderbewuste inschakelen en rede uitschakelen (drank, drugs etc) om een boven-realisme te bereiken.
C
mentale vrijheid van de kunstenaar is ondergeschikt aan de boodschap
D
minachting burgerlijke en materialistische maatschappij

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen manier om toeval te creëren en de ratio uit te schakelen bij de surrealisten?
A
ecriture automatique
B
simultanéité
C
drank, drugs en droommateriaal
D
cadavre exquis

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort niet bij Mondriaan?
A
Herkenbare traditionele ontwerpen
B
Theosofie
C
Nieuwe beelding
D
Bauhaus

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Welke twee typen schrijvers heb je in het interbellum?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Wat past niet bij Slauerhoff?
A
Scheepsarts
B
Dadaïsme
C
Neoromantiek
D
Gekwelde dichter

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat past niet bij Paul van Ostaijen?
A
Dadaïsme met o.a. De Bezette Stad
B
Doodgewoon dichter met Eerste boek van Schmoll'
C
Vlaamse beweging met Music Hall en Sienjaal
D
Neoromantisch met Een zwerver verliefd

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Wat past niet bij Hendrik Marsman
A
Kritisch over Nietsche met übermensch
B
Latere werk traditioneler met Herinnering aan Holland
C
Vitalisme: tegen wereldvlucht en vege tranen en voor realiteitsaanvaarding, soepelheid en snelheid
D
Vroege werk expressionistisch en futuristisch met o.a. Paradise regained

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort niet bij Martinus Nijhoff
A
Traditioneel (sonnet) en modern (taalgevoel) zoals 'Moeder de vrouw'
B
'Kijk maar, er staat niet wat er staat.'
C
Avant-gardedichter
D
Past niet bij Forum: 'gedicht staat los van de dichter'

Slide 33 - Quiz

Wilde zich juist distantiëren van Avant garde
Hoe heet deze modernistische romantechniek?
Uit James Joyce's Ulysses , zoekt Molly slaap: 

een kwartier na wat een onaards uur denk ik dat ze net opstaan ​​in China nu hun vlechtjes uitkammen voor de dag goed binnenkort de nonnen het angelus laten luiden ze komen niemand binnen om hun slaap te bederven behalve een vreemde priester of twee voor zijn nachtkantoor de wekker naast de deur bij cockshout ratelend de hersenen uit zichzelf laat me kijken of ik kan wegdommelen 1 2 3 4 5 wat voor soort bloemen zijn de bloemen die ze hebben uitgevonden zoals de sterren het behang in Lombard Street was veel mooier het schort dat hij me gaf was als dat iets alleen ik droeg het maar twee keer beter deze lamp verlagen en opnieuw proberen zodat ik vroeg kan opstaan Stroom van bewustzijn -                                                         

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Hoe heet deze modernistische romantechniek?

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Wat hoort niet bij de nieuwe zakelijkheid?
A
De Stijl: literatuur in een rustiger vaarwater
B
politiek, kritisch engagement
C
Functionalisme: functie boven inhoud
D
Poésy parlante

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Zou de kunst van de nieuwe zakelijkheid gewaardeerd worden door dictatoren?
A
ja
B
nee

Slide 37 - Quiz

Ontaarde kunst versus Blut-und-bodenliteratuur
Wat hoort niet bij Forum?
A
anti-autonomie en engagement (stelling tegen fascisme en nationaal-socialisme)
B
vormgeving en persoonlijkheid schrijver zijn belangrijk (ventisme)
C
voorkeur psychologische romans, niet autobiografisch
D
waardering van Ter Braak en Du Perron voor o.a. Elsschot, Nescio en Multatuli

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Forum had waardering voor veel auteurs. Welke opmerking klopt niet?
A
Elsschot schreef ironische verhalen over de kleine man en de voor hem grote problemen.
B
Nesio schreef in een nuchter, cynisch taalgebruik dat pas door Forum weer werd gewaardeerd
C
Multatuli schreef met Max Havelaar romantisch en realistisch.
D
Vestdijk was schrijver van gedichten, essays, studies, romans etc. die geschikt waren voor een groot en ook lager opgeleid publiek

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Voorbereiding voor de toets
  • Leer de begrippenlijst;
  • Zorg dat je zelf een overzicht/tijdlijn hebt van stromingen en kenmerken van stromingen in het interbellum;
  • Herlees fragmenten van Bint;
  • Lees de tekst van Bint op de ELO (Lexicon). Begrijp je alles? 
  • Succes!

Slide 40 - Slide

This item has no instructions