33. de compras video compras con quiz y futuro proximo

                          telefoon 
1 / 50
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

                          telefoon 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Quítate la gorra (pet, hoodie), el chicle a la papelera (kaugom)...
1 uur klas: mag niet - ¿por qué?
2 uur klas, wanneer de docent een pausje roept: geen 2 leerlingen tegelijkertijd. 

Slide 2 - Slide

Jullie kunnen dit ook gebruiken voor jullie opdracht voor OWH
me pongo... 
of 
me quito...
je exit ticket

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • vocabulaire bevestigen van compras
  • shopping, oefenen
  • catwalk 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

zitplan
                                MUUR

Ilyes
Davide
Arda
Hanaia
Aemilia
Danielsha
Ishara
Benjamin
Daniella
Thirza
Brian
Thymen
Devin
Anfaal
Isabel
Juliette
CJ
Jenairo
Saorsie
docent

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

zitplan 11-1
                                MUUR

Sadhbh
Fay
Carmen
Maxim
Immanuel
Abir
Aki
Mia
Ashtan
Soumaya
Pieter
Rayan
Farham
Leo
Ahmad
Imani
Ruviendhy
Damarni
docent

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Quítate la gorra (pet, hoodie), el chicle a la papelera (kaugom)...
1 uur klas: mag niet - ¿por qué?
2 uur klas, wanneer de docent een pausje roept: geen 2 leerlingen tegelijkertijd. 

Slide 7 - Slide

Jullie kunnen dit ook gebruiken voor jullie opdracht voor OWH
¿Qué día es hoy?
1. grammatica
2. keuzes: selfstudy 30 min
3. samen delen
4. video: werkblad
5. test your knowledge
6. winkel: wat hebben wij nodig?
7. EXIT TICKET: mis calcetines son la talla _____



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

grammatica

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

vocabulaire kopen:

me queda (of 'va') grande/pequeño


Ik doe het aan
ik doe het uit
staat goed / niet goed
ik ga hem proberen
me lo pruebo. Me lo puedo probar?

me lo pongo/me lo quito

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

quedar =  passen (passief) 
probarse = actief
ME   pruebo
TE    prueb __
SE    prueb __
--------------------------
NOS prob___
OS    prob ___
---------------------------
SE    prueb___
ME
TE 
LE
---------------------------------
NOS
OS
----------------------------------
LES

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Link

This item has no instructions

vocabulaire kopen:

me queda (of 'va') grande/pequeño


Ik doe het aan
ik doe het uit
staat goed / niet goed
ik ga hem proberen
me lo pruebo. Me lo puedo probar?

me lo pongo/me lo quito

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Test jezelf, heb je het begrepen?
doe de check: link worksheet

https://www.liveworksheets.com/ct2985708ka

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

selfstudy, 2 thema's
1. grammatica
2. keuzes: selfstudy 30 min
3. samen delen
4. video: werkblad
5. test your knowledge
6. winkel: wat hebben wij nodig?
7. EXIT TICKET: mis calcetines son la talla _____



Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

tijdens het doen van de oefeningen schrijf op de nieuwe woorden die je hebt geleerd

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

pausa

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

3. delen
1. grammatica
2. keuzes: selfstudy 30 min
3. samen delen
4. video: werkblad
5. test your knowledge
6. winkel: wat hebben wij nodig?
7. EXIT TICKET: mis calcetines son la talla _____



Slide 20 - Slide

This item has no instructions

la ropa, las compras

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

4. video: quiz
1. grammatica
2. keuzes: selfstudy 30 min
3. samen delen
4. video: quiz
5. winkel: wat hebben wij nodig?
7. EXIT TICKET: mis zapatos son la talla _____



Slide 22 - Slide

This item has no instructions

6

Slide 23 - Video

This item has no instructions

4. video: quiz
1. grammatica
2. keuzes: selfstudy 30 min
3. samen delen
4. video: quiz
5. winkel: wat hebben wij nodig?
[6. schrijven: pasarela]
7. EXIT TICKET: mis calcetines son la talla _____



Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Link

This item has no instructions

00:45
¿qué talla tiene?
A
la 34
B
la 36
C
la 38
D
la 48

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

00:51
Ze wilt de jurk veel korter
A
verdadero
B
falso

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

01:03
Ze vragt of het past: ¿qué tal le queda?
Hoe zou je "het past me"... zeggen?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

01:21
la chica quiere comprar
A
een rok
B
een hemd
C
een jurk
D
een gillet

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

01:32
wat vervangt "lo" van "lo quiero rojo?"
A
el color
B
el vestido
C
los zapatos
D
la chica

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

01:50
je bent aan de slag!
Probeer te schrijven: ik wil <hem> lang
lang=largo

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Billy la bufanda


https://www.purposegames.com/game/billy-la-bufanda-quiz
https://www.youtube.com/watch?v=dBTGxLc-lv0&t=110s

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

wat weet je over... vervoegen!

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

wat weet je nog over vervoegen van Spaanse werkwoorden?

Slide 34 - Mind map

This item has no instructions

Lee. Wat is de correcte definitie van vervoegen?
A
Conjugeren, de vormverandering weergeven
B
Betaling van schuld, Bewijzen
C
Achteraf beoordelen, begroten
D
de regels voor het maken van zinnen én woorden

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de vorm van infinitief?
A
werkwoord zonder vervoegen
B
werkwoord met meervoud
C
werkwoord met -ar vervoeging
D
de toekomst

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

de infinitiefvorm in NL eindet op -en
in het Engels schrijf je een "to" voor, in het Spaans:
A
eindet met -EN, net als NL
B
Eindet met -AR
C
Eindet met -ER -IR
D
B en C

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

pausa

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

1. bijkomstige toekomst

1. futuro cercano - bijkomstige toekomst

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Luister oefening voordat wij de
 grammatica samen uitleggen 


Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Wanneer gebruik je ir+a+infinitivo en wat is de regel?

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

2. het werkwoord "ir"

1. futuro cercano - bijkomstige toekomst
2. het werkwoord "ir"

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Het werkwoord ir= gaan
stam =va
Vervoegt wie -AR
voy
vas
va
vamos
vais
van
a


ir a + infinitivo: nabije toekomst:
         mañana voy a llevar ropa verde
         

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Grammatica
  • futuro próximo (ir + a + infinitief)
  • voorzetsel a

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Link

This item has no instructions

hace calor = mañana va a hacer sol
chica: voy a llevar un vestido blanco y una chaqueta
no voy a llevar gorro ni abrigo
chico: voy a llevar unos pantalones cortos
iets anders: voy a llevar una falda y una blusa...
voy a llevar unos pantalones y una camisa... 

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

y tú, qué vas a llevar mañana a la gala?

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Da superchallenge voor iedereen!
escribe mañana voy a llevar + un/una kleding + kleur
kleur

Slide 49 - Open question

This item has no instructions

¿qué vas a llevar mañana?



voy a llevar...

Slide 50 - Slide

This item has no instructions