§ 3.4 Waar komt geld vandaan?

Vandaag
  • Herhaling geld (waarde)
  • Kijkopdracht monetair beleid (waar komt geld vandaan?)
  • Opdrachten maken
  • Uitleg vraag en consumentensurplus

     
1 / 33
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vandaag
  • Herhaling geld (waarde)
  • Kijkopdracht monetair beleid (waar komt geld vandaan?)
  • Opdrachten maken
  • Uitleg vraag en consumentensurplus

     

Slide 1 - Slide

Waarde van geld
- Lees theorie paragraaf 3.2 door, stuk over waarde van geld
- Werk de opgave uit in je economieschrift

Hier heb je 12 minuten voor.
timer
1:00

Slide 2 - Slide

Wat is het verschil tussen directe en indirecte ruil?

Slide 3 - Open question

Intrinsieke waarde 
Nominale waarde
Interne waarde 
Externe waarde
Waarde van het materiaal 
Waarde die op de munt staat 
Koopkracht van het geld 
Wisselkoers

Slide 4 - Drag question

ruilmiddel
rekenmiddel
oppotmiddel
Begroten
Sparen
Consumeren

Slide 5 - Drag question

Ruilmiddel

Spaarmiddel

Rekenmiddel

Slide 6 - Drag question

Voedselketen rente/geld

Slide 7 - Slide

Voedselketen rente/geld

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

4

Slide 11 - Video

Verloop gasprijzen

Slide 12 - Slide

00:17
oorzaken inflatie vraagkant economie

oorzaken inflatie aanbodkant economie
ontwaarding euro vs dollar
oorlog in oekraïne
vrij besteedbaar spaargeld
opstarten na lockdowns
extra overheidsbestedingen

Slide 13 - Drag question

00:28
'Hoge prijsschommelingen, tasten het vertrouwen in geld aan, dat is schadelijk voor de economie'

Leg deze redenering in kleine tussenstappen uit. doe het zo (bij hoge prijsschommelingen ... --> ... --> slecht voor de economie)

Slide 14 - Open question

01:05
1. Welke afkorting gebruiken we binnen de economie voor 'economische groei' (hint: 3 letters). EN
2. Meten we economische groei adhv consumptie of productie van NL

Slide 15 - Open question

00:17
Wat was het hoogste inflatiecijfer van de afgelopen 2 decennia? (september 2022)
A
1%
B
3%
C
10%
D
17%

Slide 16 - Quiz

Paragraaf 3.4
Opdracht 1 t/m 3
timer
10:00

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Maatschappelijke geldhoeveelheid
De centrale bank regelt de hoeveelheid geld in een land / gebied.

Al het girale (betaalrekeningen) en chartale geld (portemonnee)  in handen van het publiek (consumenten en bedrijven) heet de maatschappelijke geldhoeveelheid. Als er sprake is van geldschepping, neemt de maatschappelijke geldhoeveelheid toe.


Slide 19 - Slide

De ECB
Als de Europese Centrale Bank (ECB) de rente verlaagt, gaan consumenten en bedrijven meer geld lenen en minder sparen, waardoor de maatschappelijke geldhoeveelheid stijgt. De ECB moet ervoor zorgen dat de maatschappelijke geldhoeveelheid niet te veel stijgt, omdat dit anders leidt tot te veel inflatie. Een goede maatstaf is dat de geldhoeveelheid ongeveer net zoveel stijgt als de productie.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Voorbeeld
Van een land zijn de volgende gegevens bekend over de banken in dit land:
- Gezinnen en bedrijven (publiek) hebben € 200 miljard op de betaalrekeningen bij banken staan.
- Gezinnen en bedrijven hebben € 75 miljard op de spaarrekeningen bij banken staan.

Slide 22 - Slide

Verder is gegeven dat de maatschappelijke geldhoeveelheid in dit land voor 80% uit giraal geld bestaat.

Hoe groot is de maatschappelijke geldhoeveelheid?



Slide 23 - Slide

Verder is gegeven dat de maatschappelijke geldhoeveelheid in dit land voor 80% uit giraal geld bestaat.

Hoe groot is de maatschappelijke geldhoeveelheid?

200 miljard = 80%
200 / 80 x 100 = 250

Slide 24 - Slide

Wat zijn mogelijke oorzaken voor toename van de maatschappelijke geldhoeveelheid in europa?
A
Contant geld pinnen
B
Een persoonlijke lening afsluiten
C
Vreemde valuta omwisselen voor €
D
Geld storten op een spaardeposito (looptijd >10 jr)

Slide 25 - Quiz

Een reden voor het ontstaan van inflatie is een daling van de maatschappelijke geldhoeveelheid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Als de centrale bank de maatschappelijke geldhoeveelheid wil vergroten, kan zij ....
A
de rente verhogen of de liquiditeitsmogelijkheden verruimen
B
de rente verlagen of de liquiditeitsmogelijkheden verruimen
C
de rente verhogen of de liquiditeitsmogelijkheden verkrappen
D
de rente verlagen of de liquiditeitsmogelijkheden verkrappen

Slide 27 - Quiz

I. Het spaargeld van Joshua behoort tot de maatschappelijke geldhoeveelheid.
II. Om de economie te stimuleren kan de ECB de maatschappelijke geldhoeveelheid vergroten..
A
Beide stellingen zijn juist
B
Stelling I is juist, stelling II is onjuist
C
Stelling I is onjuist, stelling II is juist
D
Beide stellingen zijn onjuist.

Slide 28 - Quiz

De hoogte van de kasreserve van banken heeft effect op de maatschappelijke geldhoeveelheid.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz

Wat gebeurt er met de maatschappelijke geldhoeveelheid wanneer de bank € 200 uitleent aan Thijmen?
A
blijft gelijk
B
wordt groter
C
neemt af

Slide 30 - Quiz

de maatschappelijke geldhoeveelheid neemt toe
de maatschappelijke geldhoeveelheid neemt af
de maatschappelijke geldhoeveelheid verandert niet
Josefien stuurt een tikkie naar Nick voor een bijdrage aan een cadeau voor een gezamenlijke vriend. Nick betaalt meteen.
Sophie gaat studeren. Haar studie financiert zij voor een groot deel met een studielening.
Willem neemt een tussenjaar en gaat naar Australië om te reizen en te werken. Hij neemt een creditcard en zijn pinpas mee, maar voor de zekerheid ruilt hij voor vertrek ook € 150 om in Australische dollars.

Slide 31 - Drag question

Leerdoel
Je kunt uitleggen waar geld vandaan komt.

Slide 32 - Slide


Leerdoelen waren voor mij duidelijk.
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll