Formuleren 1.1

Nederlands

Welkom bij Nederlands
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Nederlands

Welkom bij Nederlands

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Formuleren en stijl
1.1. Verwijzen
1.2. Signaalwoorden
1.3. Opbouw van je tekst

Slide 3 - Slide

Hoe verwijs je?
De appel, dus: de appel die 
Het bedrijf, dus: het bedrijf in auto-onderdelen dat


Slide 4 - Slide

hen/hun?
hen: alleen na een voorzetsel of als lijdend voorwerp:
Geef je de cadeaubonnen aan hen? Marit belt hen vandaag.

hun: alleen om bezit aan te geven of als meewerkend voorwerp zonder voorzetsel:
Wat is hun telefoonnummer? Geef je hun een cadeaubon?

Slide 5 - Slide

Hen of hun?
Ik stuur ... een kaart.
A
hen
B
hun

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Heb je ......... gevraagd of je ....... mocht interviewen?
A
hun, hun
B
hen, hen
C
hun, hen
D
hen, hun

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Alles......je hier ziet, is te koop
A
dat
B
wat

Slide 10 - Quiz

Lowlands is het beste festival WAT/DAT er is.
A
wat
B
dat

Slide 11 - Quiz

Het beste festival WAT/DAT elk jaar in Nederland wordt georganiseerd is Lowlands.
A
wat
B
dat

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

zelfstandig aan de slag
Form 1.1
Maak opdracht 1 t/m 7

KLAAR?
Extra opdrachten (E1 en E2)


timer
20:00

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

DRIE VRAGEN
Opdracht voor de volgende les

Zoek een grappige foutieve verwijzing (www.taalvoutjes.nl) 

Stuur naar mij via Teams

Slide 16 - Slide

Tekst

Slide 17 - Slide

Voor thuis
FS 1.1
Maak de opdrachten die nodig zijn

KLAAR?
Extra opdrachten


timer
20:00

Slide 18 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 19 - Slide