What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H1 Spelling: hoofdletters, leestekens en verkleinwoorden
Wat weet je er al van?
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat weet je er al van?
Slide 1 - Slide
Welk leesteken hoort er achter de zin?
Vind jij leestekens moeilijk
A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets
Slide 2 - Quiz
Kloppen de hoofdletters in deze zin?
'S ochtends moet Tim vroeg opstaan.
A
ja
B
nee
Slide 3 - Quiz
De plaatsnaam zet je in
A
kleine letters
B
hoofdletters
C
alleen eerste letter hoofdletter
Slide 4 - Quiz
Hoe schrijf je de naam van de maand?
A
Eerste letter met een hoofdletter
B
Helemaal in kleine letters
C
Eerste en laatste letter met een hoofdletter
D
Helemaal in hoofdletters
Slide 5 - Quiz
In welke zin zijn de hoofdletters en leestekens juist geplaatst?
A
Woon jij in Den helder of in Schagen?
B
Woon jij in Den Helder of in Schagen.
C
Woon jij in Den Helder of in Schagen?
D
Woon jij in Den helder of in Schagen.
Slide 6 - Quiz
Waar staan de leestekens goed?
A
Hallo pap, je bent op vakantie hoor.
B
Hallo pap, je bent op vakantie hoor
C
Hallo pap: je bent op vakantie hoor.
D
Hallo pap je bent op vakantie hoor
Slide 7 - Quiz
Hoe begin en hoe eindig je een zin?
- Start met een hoofdletter;
- Geef aan dat de zin ten einde is:
punt, vraagteken, uitroepteken.
Spelling:
Slide 8 - Slide
Wanneer gebruik je nog meer hoofdletters?
- Start de zin met een hoofdletter;
- In namen (alle namen, mensen, bedrijven, landen, plaatsen e.d. (Aardrijkskundige namen));
-
Woorden die afgeleid zijn van aardrijkskundige namen).
Spelling:
Slide 9 - Slide
Let op:
- tussenvoegsels (zoals: de , van, van de) schrijf je zonder hoofdletter als voornaam of voorletter ervoor staat.
Ans van der Meer, mevrouw A. van der Meer- de Graaf
mevrouw Van der Meer - de Graaf
-
Geen
hoofdletter bij namen van dagen, maanden, seizoenen en windstreken.
Slide 10 - Slide
Leestekens:
- Punt, Vraagteken, Uitroepteken, Komma
Komma:
- tussen twee persoonsvormen
- voor verbindingswoorden (daardoor, omdat, want.....)
- Na een uitroep. 'Hé, dat is mijn chocoladetaart!'
Meestal
Geen
komma voor
en
en
of
Spelling:
Slide 11 - Slide
Welke is goed?
(niet aan het begin van de zin)
A
Mevrouw De Boer
B
mevrouw De Boer
C
mevrouw De Boer
D
mevrouw de boer
Slide 12 - Quiz
Welke is goed?
(niet aan het begin van de zin)
A
Mevrouw j. De Boer
B
mevrouw J. De Boer
C
mevrouw j. De Boer
D
mevrouw J. de Boer
Slide 13 - Quiz
Wat is goed?
(niet aan het begin van de zin)
A
in het Noordoosten
B
in het noordoosten
C
in het NoordOosten
D
in het noordOosten
Slide 14 - Quiz
Wat is goed?
(niet aan het begin van de zin)
A
Zuid-Limburg
B
zuid-Limburg
C
zuid-limburg
D
Zuid Limburg
Slide 15 - Quiz
More lessons like this
H1 Spelling: hoofdletters, leestekens en verkleinwoorden
September 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
H1 Spelling: hoofdletters, leestekens en verkleinwoorden
October 2023
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Spelling H1
October 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Les 5 - Formuleren en spelling
August 2022
- Lesson with
19 slides
Spelling H1
September 2021
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Spelling H1
September 2021
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
NN6 - hv1 - spelling h1 (2)
October 2021
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
NN6 - hv1 - spelling h1
October 2021
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1