les 1hvsb goederen 3.1 en 3.2

Voorraad 3.1 & 3.2
paragraaf 3.1 en 3.2
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Voorraad 3.1 & 3.2
paragraaf 3.1 en 3.2

Slide 1 - Slide

Inhoud
  • Inleiding
  • Soorten voorraad 
  • Voorraadniveaus
  • Inventariseren
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Examentermen
Aan het einde van de les:
  • ken je het begrip en de redenen van voorraadinventarisatie;
  • ken je de onderdelen van het inventarisatieplan;
  • Ken je verschillende soorten voorraden en de verschillende voorraadniveaus.

Slide 3 - Slide

Waar denk je aan bij voorraad?

Slide 4 - Mind map

Voorraad
Hebben jullie op stage te maken met voorraad?

Gebeurt het wel eens dat je een product niet op voorraad hebt en je nee-verkoop hebt?

Slide 5 - Slide

Soorten voorraad
  • Pijplijnvoorraad -> besteld, maar nog niet geleverd
  • actievoorraad -> extra voorraad voor acties
  • seizoenvoorraad
  •  extra voorraad -> extra kopen voor kwantumkorting
  • bulkvoorraad -> volume of gewicht als eenheid (zand bijv.)

Slide 6 - Slide

pijplijnvoorraad
Actievoorraad
Seizoenvoorraad
Extra voorraad
Bulkvoorraad
Wel besteld, maar nog niet ontvangen
In de zomer koop je meer ijsjes in
Voorraden in volume (liter, kg)
Extra bestellen door de verwachting om meer te verkopen
Extra bestellen voor korting

Slide 7 - Drag question

Voorraadniveaus
  • minimum- en maximumvoorraad
  • technische voorraad
  • economische voorraad
  • administratieve voorraad
  • veiligheidsvoorraad 

Slide 8 - Slide

Minimum- en maximumvoorraad

  • Hoeveel kun je maximaal opslaan in je magazijn?
  • Nee-verkopen voorkomen
  • Bestellen wanneer de ondergrens is bereikt.

Slide 9 - Slide

Technische voorraad
  • Ook wel werkelijke voorraad genoemd.
  • Alle fysieke producten

Slide 10 - Slide

Economische voorraad
  • De voorraad waarover de winkelier prijsrisico loopt

Slide 11 - Slide

Administratieve voorraad
  • De hoeveelheid goederen die volgens het systeem in je magazijn en winkel moeten liggen.
  • Sluit niet altijd aan met de technische voorraad.
  • Hoe kunnen deze twee verschillen? 

Slide 12 - Slide

Oefenopgave
In het magazijn liggen volgens de administratie 2.150 artikelen op voorraad.  Op een kledingbeurs heeft de eigenaar de nieuwe collectie ingekocht, die nog geleverd moet worden. De totale bestelling is in stuks 523. Op basis van e-mailberichten en telefonische bestellingen van klanten hebben ze 37 artikelen gereserveerd, die door de desbetreffende klant zijn betaald.
Wat is de administratieve voorraad?

Slide 13 - Slide

Wat is de administratieve voorraad?
A
2.150
B
523
C
2.710
D
2.636

Slide 14 - Quiz

Wat is de economische voorraad?
A
2.150
B
523
C
2.636
D
37

Slide 15 - Quiz

Veiligheidsvoorraad
  • Een extra voorraad voor het geval je onverwachts meer verkoopt dan je gewone afzet.

Slide 16 - Slide

Voorraad inventariseren
  • Tellen en registreren van de voorraad
  • Geeft het verschil weer tussen de administratieve en werkelijke hoeveelheid voorraad. 

Slide 17 - Slide

Wanneer inventariseren
  • Minimaal een keer per jaar voor de balanswaarde.

  • Het is zinvol om de voorraad tussentijds te tellen, omdat je dan ontdekt: 
1.  of de werkelijke voorraad overeenkomt met de administratieve voorraad 
2. of er derving is
3.  of de procedures (bijvoorbeeld voor de retourartikelen) goed worden uitgevoerd
4. of er (bijna) lege schappen zijn, waarvoor je op tijd artikelen moet bijbestellen.

Slide 18 - Slide

Organiseren
  1. Voorbereidingen treffen -> Wanneer, wie, wat, hoe
  2. Voorraad opnemen -> handmatig of digitaal
  3. Voorraadadministratie bijhouden -> zijn er verschillen?
  4. Resultaten bespreken -> hoe kunnen we derving tegengaan
  5.  Winkel op orde brengen -> netjes maken voor klanten

Slide 19 - Slide

Stappenplan inventariseren

Slide 20 - Slide

Wat is het verschil tussen een technische en een administratieve voorraad?

Slide 21 - Open question

Wat is de juiste formule voor het berekenen van de economische voorraad?
A
Technische voorraad - voorinkopen + voorverkopen
B
Technische voorraad + voorinkopen - voorverkopen
C
Technische voorraad / administratieve voorraad
D
Technische voorraad - administratieve voorraad

Slide 22 - Quiz

Wat is een veiligheidsvoorraad?
A
Je minimale voorraad
B
Je maximale voorraad
C
Extra voorraad boven op je minimale om extra verkoop te dekken
D
De voorraad waarover je het risico van prijsverandering loopt

Slide 23 - Quiz

Wat is je het meest bijgebleven van deze les?

Slide 24 - Open question

Hoe streng vind jij mij op een schaal van 1 tot 10?

Slide 25 - Open question

Vind je zelfstandig werken leuker, of werk je liever gezamenlijk via lessonup?
A
Liever zelfstandig
B
Liever gezamenlijk
C
Maakt mij niet uit

Slide 26 - Quiz