§6 Samengestelde schakelingen

§6 Samengestelde schakelingen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

§6 Samengestelde schakelingen

Slide 1 - Slide

Om schakelingen te verduidelijken worden er overzichtelijke tekeningen gemaakt. Hoe noem je zo'n overzichtelijke tekening?
A
serieschema
B
parallelschema
C
schakelschema

Slide 2 - Quiz

Waarvoor worden de meeste automatische schakelingen gebruikt in huis?
A
Om te koken
B
Om te beveiligen of regelen
C
Om te koelen
D
Voor de verlichting

Slide 3 - Quiz

Wanneer is de Stroomsterkte constant?
Bij Serie of Parallel?
A
Een serieschakeling
B
Een parallelschakeling

Slide 4 - Quiz

De weerstanden in het schema hiernaast staan in:
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling

Slide 5 - Quiz

Op hoeveel manieren kan de stroom rondlopen in een serieschakeling?
A
4
B
3
C
2
D
1

Slide 6 - Quiz

Serieschakeling

Slide 7 - Slide

Wat zijn de kenmerken van een serie schakeling?
  • Stroomsterkte (I) is overal gelijk;
  • Spanning (U) is verdeelt over bv lampjes;
  • Weerstanden tel je bij elkaar op.
A
V

Slide 8 - Slide

Wat zijn de kenmerken van een Parallelschakeling?
  • Stroomsterkte (I) is verdeelt over de stroomkringen;
  • Spanning (U) is overal gelijk;
  • Weerstanden is verdeelt over de stroomkringen.
A
V

Slide 9 - Slide

Vervangingsweerstand parallelschakeling

Slide 10 - Slide

Uitrekenen van de  vervangingsweerstand Parallel 
De begrippen totale weerstand en vervangingsweerstand worden door elkaar heen gebruikt, maar betekenen hetzelfde.

Slide 11 - Slide

Gemengde schakelingen
Gemengde schakelingen zijn gecombineerde schakelingen van serie - en parallel schakelingen.
Rv =R1 + R2
Rv =  1/ R1,2 + 1 /R3
6V
10Ω
20Ω
20Ω
15Ω
15Ω

Slide 12 - Slide

Opdracht 2
Bereken:
a. totale weerstand Rt
b. Totale spanning Ut
1. Gebruik de 4 stappen bij de berekeningen

2. Bereken eerst de totale weerstand R1,2 van R1 en R2 samen (serie)

3. Bereken dan de totale weerstand R3,4 van R3 en R4 samen (serie)

4. Bereken daarna met R1,2 en R3,4  de totale weerstand Rt van de hele schakeling (parallel)


Slide 13 - Slide

Uitwerking opdracht 2a 
  1. R1 = 10Ω
                      R₂ = 20 Ω 
  2.  R1,2
  3.  R₁,₂=R₁ + R₂ 
  4.  R₁,₂=10 + 20
             Rt = 30 
  1. R3 = 30Ω              R4 = 40Ω  
  2.  R3,4
  3.  R3,4=R3 + R4  
  4.  R3,4=30 + 40       R3,4 = 70 

Slide 14 - Slide

Uitwerking opdracht 2a
  1. R1,2 = 30Ω              R3,4 = 70Ω  
  2.  Rt
  3.  1/Rt=1/R1,2 + 1/R3,4  
  4.  1/R3,4=1/30 + 1/70         1/R≈ 0,0476...       Rt = 21Ω

Slide 15 - Slide

De begrippen totale weerstand en vervangingsweerstand worden door elkaar heen gebruikt, maar betekenen hetzelfde.
Totale - en vervangingsweerstand  
Rv

Slide 16 - Slide

Bereken de totale weerstand in het schema hiernaast.
A
Rt = 50 Ω
B
Rt = 150 Ω
C
Rt = 0,03 Ω
D
Rt = 33,3 Ω

Slide 17 - Quiz

Bereken de totale weerstand in het schema hiernaast.
A
Rt = 30 Ω
B
Rt = 0,07 Ω
C
Rt = 14,3 Ω
D
Rt = 70 Ω

Slide 18 - Quiz

Bereken de totale weerstand in het schema hiernaast.
A
Rt = 33 Ω
B
Rt = 30 Ω
C
Rt = 0,3 Ω
D
Rt = 3,3 Ω

Slide 19 - Quiz

Maak opdrachten
Route 1
105 t/m 113
Route 2
112 t/m 123

Slide 20 - Slide