Antwoorden opdr. 3 (p. 149)
2
a Wie zelf schuldig is, moet zorgen dat hij niet opvalt. Wie zelf niet onschuldig is, moet geen beschuldigingen jegens anderen uiten
b Pas als het te laat is, neemt men maatregelen.
c Iets wat goed is en goed bewaard wordt, verliest zijn waarde niet. Iets wat jou beloofd is, zal degene die het beloofd heeft, moeten nakomen (je houdt er recht op).
d Je moet geen dingen toezeggen (beloven) die nog niet van jou zijn. Je moet geen geld uitgeven, voordat je het hebt verdiend.
e Men is ook verantwoordelijk voor daden (= domme dingen) die men in dronkenschap heeft begaan.
f Het voorbeeld van volwassenen wordt door hun kinderen gevolgd.