Thema helden th1 week 2

Welkom!
Fijn dat je er bent,
ga lekker zitten.

Pak je spullen!
  1. leesboek
  2. pen
  3. schrift
  4. lesboek
Open je leesboek, 
we starten met lezen.
timer
15:00
1 / 20
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Fijn dat je er bent,
ga lekker zitten.

Pak je spullen!
  1. leesboek
  2. pen
  3. schrift
  4. lesboek
Open je leesboek, 
we starten met lezen.
timer
15:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deze les
We gaan het hebben over helden en interviews; doorvragen en vervolgvragen.
En we bespreken hoe je een verslag van een interview maakt. 

We maken opdrachten die gaan over dit onderwerp.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doelen van de les
Aan het einde van deze les kun je:
  • Uitleggen wat doorvragen is.
  • Uitleggen wat vervolgvragen zijn.
  • Een interviewverslag uitwerken.
                                          

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vragen stellen
In een interview stelt een interviewer vragen om aan informatie te komen. De interviewer kan open en gesloten vragen stellen.


Slide 5 - Slide

Wie herken je? Wie zijn dit?

Wie is er voor jou een held?
Waarom? 

Welke foto past het minst bij dit thema?
Waarom? 

Maak een top 3.
Denken - delen - uitwisselen 

Wie ontbreekt er nog? En waarom? 
Interviewen
Als je iemand interviewt heb je kans op langere antwoorden als je:
  • open vragen stelt
  • vraagt naar meningen en gevoelens (niet alleen naar feiten)
  • doorvraagt

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Doorvragen doe je als je nog niet genoeg informatie hebt gekregen. Je stelt dan opnieuw een vraag om een duidelijker antwoord te krijgen. 
Die vraag sluit aan op de vorige vraag en noem je een vervolgvraag

Het is hierbij heel belangrijk dat je goed naar de ander luistert!

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Uitwerken
Nadat je een interview hebt gehouden ga je dit uitwerken.
  • Eerst schrijf je de inleiding
    Leg uit wie je hebt geïnterviewd en waarom.
  • In het middenstuk staan alle vragen met de antwoorden. 
    Zorg ervoor dat duidelijk te zien is wat de vragen en wat de antwoorden zijn. 
  • Het slot heeft altijd een slotvraag met het antwoord daarop.
    Denk aan: Wilt u graag iets vertellen wat ik niet heb gevraagd?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Belangrijk
Als je het interview uitwerkt kun je niet alles opschrijven wat de ander heeft gezegd. Je verandert spreektaal in schrijftaal

  • Spreektaal laat je weg; ehhh, oh, naja..
  • Maak korte zinnen. Lange antwoorden vat je samen. 
  • Schrijf woorden helemaal uit; ff wordt even.
  • Woorden die niet veel betekenen laat je weg. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Belangrijk
Het interviewverslag moet er netjes uit zien.
  • Denk aan een duidelijk lettertype
  • Zorg voor de juiste volgorde
    Inleiding, middenstuk, slot
  • Gebruik witregels
  • Maak de vragen vetgedrukt
  • Zorg voor een foto
  • Bedenk een leuke titel

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Wat? Maak opdracht 1 op p. 191-192
Hoe? Antwoorden schrijf je in je schrift. Je mag de eerste stap markeren in je boek.
Hulp? Dit kan je zelf, werk zelfstandig.
Tijd? 15 minuten.
Uitkomst? Je oefent met het omzetten van spreektaal naar schrijftaal.
Klaar? Ga naar p. 193 en lees de theorie door. Daarna maak je opdracht 1 en 2. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Welkom!
Fijn dat je er bent,
ga lekker zitten.

Pak je spullen!
  1. leesboek
  2. pen
  3. schrift
  4. lesboek
Open je leesboek, 
we starten met lezen.
timer
15:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Deze les
We gaan het hebben over een zakelijke e-mail. 
Hoe schrijf je deze en waar moet je op letten?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Doelen van de les
Aan het einde van deze les kun je:
  • Een zakelijke e-mail schrijven.
                                          

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Even denken
Tijdens een interview:
  • stel je open vragen
  • vraag je niet alleen naar feiten, maar ook naar meningen
  • vraag je door, denk aan vervolgvragen
  • stel je controlevragen, 'dus je bedoelt dat...'

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Zakelijke e-mail
Een zakelijke e-mail stuur je naar mensen die je niet kent.
Zo'n mail schrijf je in formele taal

Je schrijft een zakelijke e-mail zo:
  • In de inleiding schrijf je wie je bent en waarom je de e-mail schrijft. In het middenstuk geef je informatie en stel je vragen.
    In het slot spreek je een wens en/of verwachting uit.
    Bijvoorbeeld: ‘Ik hoop snel een antwoord van u te krijgen.'

Slide 17 - Slide

This item has no instructions


De vorm van een zakelijke e-mail
  • Vul de onderwerpregel in. Daarin zet je kort en duidelijk waar je e-mail over gaat.
    Begin met een beleefde aanhef; Geachte meneer Potter.
    Spreek de ander aan met u en gebruik nette woorden.
    Sluit af met een nette groet; Met vriendelijke groeten.

Sla tussen alle onderdelen van je e-mail een regel over.
Vermeld onderaan je volledige naam.






Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Wat? Maak opdracht 1 en 2 op p. 193-194
Hoe? Antwoorden schrijf je in je schrift. Je mag de eerste stap markeren in je boek.
Hulp? Dit kan je zelf, werk zelfstandig.
Tijd? 15 minuten.
Uitkomst? Je oefent met het schrijven van een zakelijke e-mail.
Klaar? Lees § 8 op p. 195-196 helemaal door. Zo weet je wat je moet doen voor de eindopdracht. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Thema helden th1 di 7/1

Slide 20 - Slide

This item has no instructions