2A - Zwangerschap - 21-1-22

• Zorg en Welzijn
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Zwangerschap

1. Het meisje is vruchtbaar vanaf haar eerste ongesteldheid. Dit betekent dat ze zwanger kan raken. Een jongen kan iemand zwanger maken vanaf zijn eerste zaadlozing.
   
2. Eicel = eitje van een meisje. Zaadcel = zaadje van een jongen.
   
3. Wanneer een jongen en meisje vrijen komt er sperma uit de penis van de jongen, dit noem je een zaadlozing. De zaadcellen die in de sperma zitten gaan naar de baarmoeder van het meisje.

Zwangerschap

1. De zaadcel komt de eicel binnen en ze versmelten samen, dit noem je bevruchting. 
2. De bevruchte eicel plakt zich vast aan de baarmoederwand. Dit noem je innesteling. 
3. De bevruchte eicel ligt in een dikke laag slijmvlies in de baarmoeder. Een zwangerschap duurt 40 weken 

Een embryo wordt een fetus vanaf de 12e week. Dit betekent dat

1. De baby heeft alle lichaamsdelen
2. De baby heeft geen armen en benen
3. De zaadcel is nog niet bevrucht
4. De eicel is nog niet bevrucht

Zwangerschapstest

Een vrouw wordt ongeveer om de 4 weken (28 dagen) ongesteld. Als ze niet ongesteld wordt dan is ze 'over tijd'.

Om er achter te komen of ze zwanger is, kan ze een test kopen. 
Een zwangerschapstest houdt je in je plas en na een aantal minuten kun je zien of je zwanger bent.

1 streepje = negatief

2 streepjes = positief

Voeding en zwangerschap

Als een vrouw zwanger wilt worden is het belangrijk dat ze goed voor haat lichaam zorgt. Zo is het belangrijk om veel groenten te eten en geen genotmiddelen te gebruiken. 

Foliumzuur helpt het embryo zich gezond te ontwikkelen. Het is belangrijk om dit te slikken tijdens je zwangerschap. 

Welk gerecht zou jij een zwangere vrouw aanraden? Zoek twee foto's.

Aan de slag!

Lezen blz. 28 

Maken opdracht 7 en 8

Klaar? 

lezen blz. 31 + mindmap maken. 

Heb je nog vragen?