This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Wat weet jij van E-business?
Slide 25 - Slide
Wat is een voorbeeld van een goed?
A
Een knipbeurt bij de kapper.
B
Een koffer
C
Het installeren van een computer.
D
Repareren van een auto.
Slide 26 - Quiz
Welke weg leggen goederen af naar de klant?
Slide 27 - Drag question
Welke branche hoort bij de groep levensmiddelen?
A
Bloemenwinkels
B
Dierenspeciaalzaak
C
Keukenwinkels
D
Supermarkten
Slide 28 - Quiz
Jonas werkt bij een schoenenwinkel in zijn woonplaats. Deze schoenenwinkel heeft ook nog een andere vestiging in een ander winkelcentrum in de stad. Er werken in totaal vijfentwintig mensen binnen het bedrijf. In wat voor soort bedrijf werkt Jonas?
A
Kleinbedrijf
B
Middenbedrijf
C
Grootbedrijf
D
Webwinkel
Slide 29 - Quiz
Wat wordt er bedoeld met een winkel waar je zowel online als offline kan winkelen?
A
Een webwinkel die ook een app heeft voor op je telefoon.
B
Voor 22:00 besteld is de volgende dag al in huis.
C
Een winkel met een fysieke winkel en een webwinkel.
D
Een winkel waar wifi aanwezig is.
Slide 30 - Quiz
Waar begint de voorbereiding van je werkdag mee?
A
Klanten helpen in de winkel.
B
Het controleren van de voorraad.
C
Het presenteren van de dagaanbiedingen.
D
Het zorgen voor een verzorgde uitstraling.
Slide 31 - Quiz
Welk van het volgende gedrag is passend voor een verkoper?