H12 Gezondheid 5Havo par. 1 en 2

H12 Gezondheid
Par 12.1 Voorkomen is beter dan 
genezen

 
ik kan omschrijven welke barrières er tegen 
ziekteverwekkers zijn bij mensen en planten 
en hoe ze werken

1 / 47
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H12 Gezondheid
Par 12.1 Voorkomen is beter dan 
genezen

 
ik kan omschrijven welke barrières er tegen 
ziekteverwekkers zijn bij mensen en planten 
en hoe ze werken

Slide 1 - Slide

ziekteverwekkers
bacterie

schimmel

dier

virus (geen organisme)

Slide 2 - Slide

Gevolgen voor planten
schade door vraat



schimmelinfectie                                  bacterieinfecie




Slide 3 - Slide

Bescherming bij planten
Mechanische afweer -->  stekels

Chemische afweer --> giftige of 
vies smakende stoffen

celwand biedt bescherming 




Slide 4 - Slide

Bijna iedereen is wel eens in de brandnetels gaan staan. Op welke manier beschermt een brandnetel zichzelf tegen vraat?

Slide 5 - Open question

De huid
Hoe zorgt de huid voor bescherming?


Een vorm van mechanische afweer:
  • Tegen infecties
  • Uitdroging
  • UV- straling

Slijmvliezen en traanvocht voorkomen ook het binnendringen van ziekteverwekkers


Slide 6 - Slide

waarom mag je een blaar niet doorprikken?
A
Er komt veel weefselvloeistof vrij, dat is niet goed.
B
Je verliest teveel witte bloedcellen, je afweer is verstoord
C
Er kunnen ziekteverwekkers in je lichaam binnendringen
D
Je immuunsysteem raakt in de war.

Slide 7 - Quiz

Deze week:

Slide 8 - Slide

Par 12.2 Barrières en antistoffen



Ik kan  omschrijven hoe de niet-specifieke afweer (a specifieke afweer) werkt
Ik kan omschrijven hoe antibiotica werken

Slide 9 - Slide

ziekteverwekkers



 --> par. 2 over niet specifieke / a - specifieke afweer

--> Par. 2   over niet specifieke / a - specifieke afweer

--> Par. 3 de specifieke afweer

Slide 10 - Slide

a- specifieke afweer & witte bloedcellen
macrofagen (fagocyt) & dendritische cellen --> fagocytose


Slide 11 - Slide

antibiotica
Antibiotica werken vooral goed als geneesmiddel tegen infectieziektes als de bacterie actief is.

Antibiotica werken niet tegen virussen en dus ook niet tegen griep, corona en virale keelontsteking.

resistentie!

Slide 12 - Slide

antibiotica 
en hun werking

Slide 13 - Slide

Waarom moeten we voorzichtig zijn met hoe vaak een antibioticum gebruiken?
A
Wij raken resistent voor het antibioticum
B
Het gebruik van antibiotica is heel duur
C
Het antibioticum verliest zijn werking als je het vaker gebruikt
D
De bacteriën kunnen resistent raken voor het antibioticum

Slide 14 - Quiz

Afweer en BiNaS 84L

Slide 15 - Slide

a- specifieke afweer

Slide 16 - Mind map

Deze week:

Slide 17 - Slide

Par 3. De specifieke afweer
Je kan omschrijven hoe de specifieke afweer verloopt.

 Je kan in de BiNaS opzoeken welke cellen betrokken zijn en uit welke stappen de specifieke afweer bestaat.

Slide 18 - Slide

Betrokken cellen: Tabel 84I

Slide 19 - Slide

Tabel 84 L: De stappen van de specifieke afweer

Slide 20 - Slide

www.bioplek.org


afweer

Slide 21 - Slide

Vaccinatie:

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Puzzelopdracht
Doel : Leer BiNaS 84 lezen en te gebruiken om de puzzel over de specifieke afweer op te lossen
 
Plaatje 1 bovenin midden - Plaatje 12 links onderaan en 14 rechts onderaan

Zoek: Macrofaag           antigeenpresenterende cel       T- Helpercel                                       plasmacellen      antistoffen       T-geheugencellen   B-geheugencellen

Slide 24 - Slide

Examenvraag

Slide 25 - Slide

Specifiek of a-specifiek?
1 = ........ 3 = .................
2 = ....... 4 = ...............

Slide 26 - Open question

Begrippen par 3.

Slide 27 - Slide

Par.4 Bloedgroepen
Ik kan de bloedgroepen en resusfactor benoemen en uitleggen hoe de bloedgroepen ontstaan 

Slide 28 - Slide

Bloedgroep
Bloedgroep A --> bloedfactor A
Bloedgroep B --> bloedfactor B
Bloedgroep AB --> bloedfactor AB
Bloedgroep 0 --> geen bloedfactoren

Iemand met bloedgroep A maakt 
antistoffen tegen B




Slide 29 - Slide

Resusfactor
Resusfactor --> 
eiwit op membraan van 
rode bloedcel


Resusnegatief kan je aan 
resuspositief en resusnegatief geven
Resuspositief kan je aan resuspositief geven


Slide 30 - Slide

Donorbloed
Verkeerde combinatie
geef bloedklontering


O is universele donor
AB is universele 
ontvanger


Slide 31 - Slide

Bepalen bloedgroep
Met kruisproef is bloedgroep te bepalen
Antistoffen + druppel bloed --> 
klontering

Deze kruisproef toont aan dat 
de persoon bloedgroep A heeft

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Link

Resusbaby
Moeder met Rh- Zwanger 
van kind met Rh+

Moeder maakt antistoffen 
tegen Rh+

Menging van bloed bij 
geboorte

Bij tweede kind gevaar! -->
Rh+ antistoffen komen via placenta bij kind




Slide 34 - Slide

Begrippen par 4:

Slide 35 - Slide

Par. 5 Als het misgaat
Toepassen van geleerde stof:

ik kan de bouw en werking van virussen omschrijven en hoe kanker, allergische reacties en auto-immuunziekten ontstaan.

Slide 36 - Slide

Ziek van een virus

Slide 37 - Slide

HIV virus

Slide 38 - Slide

HIV infecteert de T-helpercellen. Welke afweer wordt daardoor geremd?
A
De a-specifieke afweer
B
De specifieke afweer
C
beide
D
geen van beide

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Slide

Allergie
bv. hooikoorts

Hoe komt het dat je allergisch 
bent voor allergenen 
(bijv. stuifmeel)?

Allergenen: antigenen die 
allergische reactie
veroorzaken.

Slide 41 - Slide

Allergie

Slide 42 - Slide

Vraag 1:
Wat is de juiste volgorde waarin deze deelprocessen plaatsvinden bij een tweede besmetting? 1 staat op de juiste plaats.

A
1 - 2- 4- 3
B
1 - 3 - 4- 2
C
1 - 4 -3 - 2
D
1 - 2 - 3 - 4

Slide 43 - Quiz

Wat is de juiste volgorde?

Slide 44 - Open question

Welk 2 delen van de specifieke afweer zag je niet?
A
de cellulaire afweer met T-cellen en de geheugencellen
B
de humorale afweer met B-cellen en de geheugencellen
C
de macrofagen en de geheugencellen

Slide 45 - Quiz

Begrippen par.5

Slide 46 - Slide

Geef aan waar je bent met het verwerken van de stof:
Hoofdstuk 11 Par 1, 2, 3, 4 en 5
Hoofdstuk 12 Par 1, 2, 3, 4 en 5
Daarna ga je de examenvragen oefenen van H11, H5 en H6

Slide 47 - Open question