Herhaling werkwoorden op -er Chapitre 1 Bron C

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

BONJOUR et BIENVENUE!

Bonjour

et 

bienvenue!!

Les buts du cours

Aan het einde van de les...

• Ken je het stappenplan om werkwoorden op -er te vervoegen
• Ken je de uitgangen 
• Ken je minimaal drie werkwoorden op -er

Een stukje algemeen

- Meeste werkwoorden eindigen op -er

- Kun je er één vervoegen? Dan kun je ze allemaal vervoegen!

- Regelmatige werkwoorden: Er zit een vaste structuur in. 

Stappenplan Nederlands

1. Werkwoord (dansen)

2. Hak -en eraf (dans)

3. Kies de juiste uitgang (s, st, en)

Juiste uitgangen

Ik dans

Jij danst

Hij danst

Zij danst

We dansen/men danst

Jullie dansen/U danst

Zij dansen

Onjuiste uitgangen
Ik danst

jij dans

hij dansen

Zij dans

We danst/Men dans

Jullie danst/U dansen

Zij dans

Stappenplan Frans

1. Kies een werkwoord op -er

2. Hak -er eraf

3. Kies de juiste uitgang

Noteer dit in je schrift!

Deze moet je kennen!

Aimer                        Donner                   Poser

Arriver                       Écouter                 Regarder

Chercher                  Habiter                 Travailler

Danser                       Oublier                  Trouver 

Détester                    Parler

Kijk in het boek voor de vertaling

TL: Frans -> NL                Havo: beide kanten op

	uitgang	donner
Je	-e	Je donne
Tu	-es	Tu donnes
Il/elle	-e	Il/elle donne
on	-e	on donne
Nous	-ons	nous donnons
Vous	-ez	vous donnez
Ils/elles	-ent	Ils/elles donnent

Faites attention!

1. Op de plaats van il/elle kan ook een naam of een ding staan

2. Op de plaats van ils/elles kunnen ook namen of dingen staan

De uitgang blijft hetzelfde

exemple

1. Il arrive à neuf heures / Le bus arrive à neuf heures

2. Ils chantent une chanson / Paul et Claudia chantent une chanson

Dit wordt vaak vergeten. Onthoud dit!

Nous ..... (parler) en haut voix

Wij praten hardop

1. Parlons
2. Parle
3. Parlez
4. Parlent

Vous .... (habiter) à Amsterdam?

1. habitons
2. habite
3. habitent
4. habitez

Elle ..... (expliquer) les verbes sur -er

Zij legt de werkwoorden op -er uit

1. expliquons
2. explique
3. expliquent
4. expliques

Le prof .... (expliquer) les verbes sur -er

De docent legt de werkwoorden op -er uit

1. expliques
2. expliquez
3. explique
4. expliquent

Au travail!

W: Faites exercices 13cd, 14abcde, 15acde

H: En silence ou vous murmurez
H: Poser les questions à ton/ta voisin/voisine. Après cinq minutes je suis disponible.

T:  20 minutes

K: Fini? --> Verbuga.eu 

Verbuga.eu

Oefenen met werkwoorden vervoegen

Kolom 1: Selecteer de tijd waarmee je wilt oefenen (présent)

Kolom 2: Selecteer onregelmatige werkwoorden waarmee je wilt oefenen (être, avoir, aller, faire, pouvoir, sortir, vouloir)

Kolom 3: Selecteer de werkwoorden waarmee je wilt oefenen (werkwoorden op -er / -ir / -re)

Les options

choisir: Kies nieuwe werkwoorden

Exercice: Ga terug naar het oefenen

Résultats: Bekijk je score

Erreurs: Bekijk je gemaakte fouten en de goede antwoorden

Les buts du cours

Aan het einde van de les...

• Ken je het stappenplan om werkwoorden op -er te vervoegen
• Ken je de uitgangen 
• Ken je minimaal drie werkwoorden op -er

Fin du cours

Merci pour votre attention!

Au revoir! 

À la prochaine!

Bonne journée!