Keuzedeel Engels A2/B1 - week (les) 18

Engels keuzedeel A2/B1
Les 18
6-4-2022
Start: 19:00 uur
1 / 29
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Engels keuzedeel A2/B1
Les 18
6-4-2022
Start: 19:00 uur

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programme 6-4-2022
1.  Homework: vocabulary
2. Grammar - past simple 
3. Practice vocab + grammar
4. Write an email - theory + practice 
5. Writing assignment 
6. Homework

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

1. Vocabulary
Vocabulary B1 - 101-150

Go to quizlet live (see link)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Link

This item has no instructions

2. Grammar: past simple (p.225/226)
Past simple = verleden tijd
Let op: het is gebeurd, het is afgelopen

Je kunt meestal de vraag stellen: wanneer? (tijdsbepaling)

I moved to this house in 2018
She played a game last Saturday
He finished his homework and now he is watching a film -> geen tijdsbepaling maar: het is afgelopen/klaar

Slide 5 - Slide

10-15 min
Past simple - hoe maak je het?
Regelmatig werkwoord:
je zet -ed achter het werkwoord
bv. talked, called, listened
let op: move-moved, cry-cried

Onregelmatig werkwoord:
De verleden tijdsvorm moet je uit je hoofd leren (2e rijtje)
Hoe dan? Check de volgende slide

Slide 6 - Slide

10-20 min

Slide 7 - Link

This item has no instructions

Past simple
negations
didn't + hele ww
I didn't work
she didn't work
didn't -> I, you, he, she, it, we , they

questions
Did .... hele ww
Did you make?
Did he make?
did -> I, you, he, she, it, we, they

Slide 8 - Slide

10-20 min
Ik gebruik de past simple om
A
aan te geven dat iets in nu gebeurt
B
aan te geven dat iets gaat gebeuren
C
aan te geven dat iets in het verleden gebeurd is
D
aan te geven dat iets in het verleden tijdelijk aan de gang was

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Een typisch signaalwoord voor de past simple is
A
3 days ago
B
next week
C
for 10 months
D
right now

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

De verleden tijd van een regelmatig werkwoord maak je door
A
een -d toe te voegen
B
een -t toe te voegen
C
-ed toe te voegen
D
door have/has ervoor te zetten

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

de verleden tijd van dance
A
danced
B
dancet
C
danceded
D
have danced

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

de verleden tijd van play
A
playt
B
playd
C
have played
D
played

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

de verleden tijd van have
A
haved
B
hat
C
had
D
have had

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

de verleden tijd van sing
A
Singed
B
sang
C
have singed
D
sung

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

De verleden tijd van 'do'

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

de verleden tijd van bring

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

De verleden tijd van 'find'

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Make negative - past simple:
She likes this restaurant

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Make question - past simple:
He eats pasta

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

3. Practice vocab+grammar
Vocabulary - book p.169-170, ex. 1 +2

Grammar - online: Engels klaslokaal
Practice for about 10-15 minutes
Pick exercises yourself (regular/irregular verbs/questions/negations)

Time: 20 minutes





timer
1:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Link

This item has no instructions

4. About the exam
Engels schrijven A2 (generiek)
1 uur
3 schrijfproducten: e-mail, formulier, notitie
Examen op papier (dus neem pen mee!)
Hulpmiddel: woordenboek N-E

Datum: in overleg

Slide 23 - Slide

30-45 min.
About the exam
How to write an informal e-mail

Aanhef
Afsluiting
woordgebruik

Tips: see next slide

Slide 24 - Slide

30-45 min.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Link

This item has no instructions

5. Writing assignment
Assignment: an informal email
Write an email to a friend

1. Gebruik de juiste aanhef
2. Bedankt je vriend(in) voor de e-mail
3. Je vertelt minimaal 3 dingen die je in de vakantie
gedaan hebt (gebruik de past simple)
4. Je stelt voor om snel een keer af te spreken
5. Je sluit de e-mail op de juiste manier af

Een goede vriend heeft jou een e-mail gestuurd met de vraag hoe je laatste vakantie was en wat je toen hebt gedaan.
Jij beantwoord de e-mail en beschrijft minimaal 3 dingen die je gedaan hebt.
timer
1:00

Slide 27 - Slide

30-45 min.
6. Homework
Study vocabulary B1 - 151-200
quizlet or practice vocabulary with studiemeter

Study from book:
1. Werkwoorden - verleden tijd (past simple)
p. 225, 226
2. Werkwoorden - voltooide tijd (present perfect) p. 228/229
Watch video with explanation (slide 29)

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions