Hoofdstuk 5 paragraaf 1 versie 2024

1 / 39
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Wat is de belangrijkste landbouwactiviteit in de lagere kommen van het rivierkleilandschap?
A
Visserij in de rivier
B
Veeteelt en weilanden voor het vee
C
Houtkap en bosbouw
D
Akkerbouw en fruitteelt

Slide 9 - Quiz

Waarom bouwden mensen vroeger kerken of schuren op heuvels in het rivierkleilandschap?
A
Om het landschap mooier te maken
B
Voor een beter uitzicht op de weilanden
C
Om zich te beschermen tegen overstromingen
D
Om de grond te stabiliseren

Slide 10 - Quiz

Wat is de reden dat oeverwallen geschikt zijn voor akkerbouw en fruitteelt?
A
De grond is rotsachtig en onvruchtbaar
B
De grond is bedekt met dikke lagen modder
C
De grond is zeer nat en drassig
D
De grond is samengesteld uit klei en zand

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Wat is de functie van de duinen langs de Nederlandse kust?
A
Ze zorgen voor een natuurlijk ecosysteem.
B
Ze vangen regenwater op.
C
Ze beschermen ons tegen het water van de zee.
D
Ze dienen als recreatiegebied.

Slide 14 - Quiz

Wat doen de blaadjes en wortels van de planten in de duinen?
A
Ze voeren het zand af naar zee.
B
Ze maken de hoopjes zand groter.
C
Ze laten het zand wegwaaien.
D
Ze houden de korrels zand goed vast.

Slide 15 - Quiz

Hoe worden kleine hoopjes zand in de duinen gevormd?
A
De wind blaast het zand vanuit de zee aan.
B
Planten in de duinen vangen het zand op.
C
Mensen leggen het zand neer.
D
Dieren graven de hoopjes zand op.

Slide 16 - Quiz

Wat gebeurt er met het zand tijdens vloed?
A
Het zand verdwijnt in de zee.
B
Het zand blijft op de zeebodem liggen.
C
Het zand wordt door golven meegenomen naar het strand.
D
Het zand wordt opgezogen door planten.

Slide 17 - Quiz

Hoe worden de duinen gevormd langs de Nederlandse kust?
A
De duinen worden gevormd door regenwater.
B
De zee voert zand aan waar de duinen zijn gevormd.
C
De duinen worden gevormd door vulkanische activiteit.
D
De duinen worden gevormd door menselijke interventie.

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Wat is Laag-Nederland?
A
Een stuk van Nederland dat half in de zee ligt
B
Deel van NL dat lager ligt dan 1 m boven de zeespiegel
C
Deel van NL dat hoger ligt dan 1 m boven de zeespiegel

Slide 23 - Quiz

Waar ligt Laag-Nederland op de kaart?
A
West- en Noord-Nederland
B
Zuid- en Oost-Nederland

Slide 24 - Quiz

De zee speelde een grote rol in het ontstaan van het landschap in Laag-Nederland
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Hoog- Nederland ligt hoger / lager dan 1 m boven de zeespiegel?

A
hoger
B
lager

Slide 26 - Quiz

De grens tussen hoog en laag Nederland ligt op het zeeniveau

A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Een oeverwal is een wat hoger gelegen deel langs de rivier wat uit klei bestaat
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Uit wat voor materiaal bestaan de komgronden?
A
Klei
B
Zand

Slide 29 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Het dorpje staat op de:
A
Komgrond
B
Oeverwal
C
Uiterwaard

Slide 30 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Waar is Nederland en de zee in deze ijstijd? 

Slide 31 - Slide

Wat is een voorbeeld van sedimentatie?
A
Het neerleggen van zand en klei door rivieren
B
Als rivieren zand en klei laten wegspoelen

Slide 32 - Quiz

Wat is een delta?
A
Oeverwal
B
Rivier die door de bergen stoomt
C
Vertakking van een rivier
D
Inklinking

Slide 33 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Waar kun je een delta vinden?
A
De bovenloop
B
De middenloop
C
De benedenloop

Slide 34 - Quiz

Veen ontstaat in een ...
A
Moeras
B
Rivier
C
Waddenzee

Slide 35 - Quiz

Wat is veen?
A
Een grondsoort dat is ontstaan uit resten van dode planten.
B
Fijn sediment dat door de zee is afgezet.
C
Fijn zand dat door de wind is afgezet.
D
Landschap waar de mens invloed op had.

Slide 36 - Quiz

Waarom zorgt veen voor bodemdaling?
A
Het reageert met zuurstof en krimpt
B
Het wordt samengedrukt door nieuwe lagen sediment
C
Het water wordt eruit gepompt
D
alle bovenstaande antwoorden zijn juist

Slide 37 - Quiz

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll

Wat was je niet duidelijk en zou je graag meer uitleg over krijgen?

Slide 39 - Open question