Test jezelf! lezen H3 en H4 havo 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Klaar voor de toets?

Feit, mening of argument?

"De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt €50,00 kleedgeld per maand."

1. Feit
2. Mening
3. Argument

De hoofdgedachte geeft antwoord op de volgende vraag:

1. Wat is het belangrijkste dat over het onderwerp wordt gezegd?
2. Wat is de mening van de schrijver?
3. Wat is de kernzin?
4. Wat is het onderwerp van de tekst?

Feit, mening of argument?

"Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen."

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Feit, mening of argument?

"Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen, want dan leren zij met geld omgaan."

1. Feit en een mening
2. Feit en een argument
3. Mening en een argument
4. Feit, mening en een argument

Kortom, als je totaal buiten adem raakt moet je even een seintje geven. De coopertest kan best pittig zijn voor de eerste keer.

1. Vergelijkend verband
2. Doel-middel verband
3. Samenvattend verband

Feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Zij moet eerst haar zere oor aan de dokter laten zien, daarna mag ze een pijnstiller innemen.

1. Chronologisch tekstverband
2. Opsommend tekstverband
3. Tegenstellend tekstverband

Feit, mening of argument?

Ik vind 'The Cell' een spannende film.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Feit, mening of argument?

Uit onderzoek blijkt dat dit een heel mooi boek is.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Wat is een kernzin?

Wat als een alinea geen kernzin bevat?

Mevrouw Verschoor geniet van goede muziek, verder is zij een filmliefhebber.

1. Tegenstellend tekstverband
2. Opsommend tekstverband
3. Chronologisch tekstverband

Feit, mening of argument?

Het overgangsregelement zegt dat je met vijf tekortpunten niet overgaat.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

"Het onderwerp van een tekst mag je in meerdere zinnen opschrijven."

Waar

Niet waar

Feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Je zou deze snoepjes kunnen gebruiken om de hond te trainen.

1. Doel-middel verband
2. Samenvattend verband
3. Vergelijkend verband

Zij is net zo aardig als haar zus.

1. Samenvattend verband
2. Vergelijkend verband
3. Doel-middel verband

Ik ben klaar voor de toets!

Helemaal mee eens!

Ik ben er nog niet klaar voor

Ik denk dat ik er klaar voor ben, maar ik moet nog wel even leren.