Week 40 Nederlands 3 havo

Nederlands 3 havo week 40
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Nederlands 3 havo week 40

Slide 1 - Slide

Afspraken in de les

Algemene afspraken m.b.t. corona!


  • Je hebt je spullen op orde. Je hebt bij je: Kern (Nederlands lesboek), een schrift, een leesboek en pen/papier.
  • Spullen niet op orde: BV op Magister. 
  • Huiswerk niet op orde: HV op magister (ook als je huiswerk voor een deel af is).
  • Mobiele telefoons => bij start van de les in je tas. Een mobiele telefoon is alleen toegestaan als de docent het aangeeft.
  • Twee keer waarschuwen moet voldoende zijn! Zo niet, na de les bij de docent melden en dan maken we een afspraak hoe het in het vervolg beter kan in de les.

Slide 2 - Slide

Maar eerst...
 even ontspannen met een goed boek!

Slide 3 - Slide

Weektaak 40
Spelling
Lees de uitleg op bladzijde 16 en 17. Hoofdletters en leestekens.
Maak opdracht 1, 2 en 3 op bladzijde 18.
Lees de uitleg op bladzijde 19
Maak opdracht 1 en 2  op bladzijde 20
Lees de uitleg op bladzijde 21
Maak opdracht 1 en 2 op bladzijde 22

Slide 4 - Slide

Weektaak 40
Spelling

Lees de uitleg op bladzijde 23. Met of zonder -n
Maak opdracht 1 en 2 op bladzijde 24

Slide 5 - Slide

PTD rapportperiode 1

Slide 6 - Slide

PTD rapportperiode 1

Slide 7 - Slide





19 oktober spelling
16 november fictie

Slide 8 - Slide

Week 40  3 oktober t/m
 7 oktober 2022

  • Boekenlijst: zie mail
  • Nu: focus op spelling
  • nifyu - LessonUp
  • Alle communicatie via magister.

Slide 9 - Slide

Herhaling vorige week
Leesvaardigheid is afgerond. Tot aan de herfstvakantie focus op spelling.

Slide 10 - Slide

Uitleg theorie
Op de volgende dia's wordt de lesstof van deze week behandeld.

Slide 11 - Slide

Evaluatie
  • Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?

  • Je leert wanneer je hoofdletters gebruikt.
  • Je leert wanneer je een weglatingsstreepje en een koppelteken gebruikt.
  • je leert wanneer je een trema en een apostrof gebruikt.

Slide 12 - Slide

Nakijken huiswerk
Week 40

Slide 13 - Slide

Opdracht  p. 

Slide 14 - Slide

Opdracht 

Slide 15 - Slide

Opdracht 

Slide 16 - Slide

Opdracht 

Slide 17 - Slide

OK!
Als je hier bent aangekomen, dan heb je je weektaak Nederlands afgemaakt!!!
 

Slide 18 - Slide

Woorden van de week

Maak 5 zinnen, waaruit blijkt dat je weet wat het woord betekent.

Slide 19 - Slide

Woorden van deze week
Vermurwen: iemand minder streng maken zodat hij of zij makkelijk is over te halen
Ziedend: razend van woede
Pluk de dag: geniet van vandaag
Verstrijken (van tijd): voorbijgaan (van tijd)
Zich lenen voor: geschikt zijn voor

Slide 20 - Slide

Woordenschat

Slide 21 - Open question