AK havo 2 par. 1.5 humboldt les 2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Programma vandaag

• Terugblik vorige lessen
• in groepjes ( van 4) zelfstandig maken: 1 t/m 5 + nakijken
  
• placemat samenvatting maken (is leermiddel voor toets voor hele klas)
• Topo!!
• test je kennis vragen

1. Uitleggen hoe overheden kunnen omgaan met groene en grijze druk
   
2. Uitleggen dat een hoge groene druk een pushfactor kan zijn en een hoge grijze druk een pullfactor
   
3. Uitleggen wat bevolkingspolitiek is, met voorbeelden
   

Stuur een foto in van jouw toetsvragen
(was je ziek? dan kan dat natuurlijk niet)

Aan de slag!

1. Wissel je toetsvragen uit met je buur
2. Lees vraag + antwoord kritisch door
3. Kies een vraag uit en verbeter deze vraag
4. Achterliggende doel:
   - hoger leerrendement
   - meer lesstof in vraag betrekken
   - vraag meer op niveau krijgen

Na afloop vertellen drie willekeurige leerlingen hun vraag en wat ze verbeterd hebben.

hoeveel kinderen zie je hier in Singapore? verklaar dmv bron 2 blz. 16

Wat valt je hier op?

arm en rijk

§1.5 To work!

Wat?

- afmaken opdracht 1 t/m 5 (blz. 15 wb) + nakijken

- placematsamenvatting maken

Hoe? Schrijf antwoorden in je wb/ maak de placematsamenvatting met je groepje (+ toetsvragen)

Hulp? Je boek, het meeste kun je erin terugvinden

Tijd? 20 minuten

Klaar? Lekker bezig! dan mag jij/ jullie:

- Topoblad afmaken

Eerste 5 minuten stilte

Singapore heeft een lage groene druk. Welke van de volgende oorzaken spelen hierbij een rol?

1. In Singapore is het leven erg duur
2. Mensen vinden een carrière belangrijker
3. Antwoord A én B
4. Geen van beide oorzaken speelt een rol

Java is dichtbevolkt en heeft een hoge groene druk. Waarom is dit voor veel mensen daar een pushfactor?

1. Er is weinig werk, omdat er veel jonge arbeiders zijn
2. Er zijn veel oudere mensen die met pensioen zijn, dus werk genoeg
3. Er zijn onvoldoende huizen, dus veel krottenwijken
4. Je mag op Java geen kinderen krijgen

Hoge groene druk

Hoge grijze druk

Armer land

Rijk land

Fase 3 Demografische transitie

Fase 4 Demografische transitie

In de toekomst een tekort aan arbeiders

In de toekomst een overschot aan arbeiders

Zeer laag geboortecijfer

Dalend geboortecijfer

Wat is/ zijn voorbeeld(en) van bevolkingspolitiek?

1. Mensen kiezen vrijwillig om meer of minder kinderen te krijgen
2. Het is wettelijk verboden meer dan twee kinderen te krijgen
3. Reclamespotjes over grote gezinnen en waarom het goed is veel kinderen te krijgen
4. Gratis voorbehoedsmiddelen

Iemand die migreert, kiest een bestemming. Welke factoren spelen een rol bij deze keuze?

1. Pullfactoren van het thuisland en pushfactoren van het vestigingsland.
2. Pushfactoren van het thuisland en pullfactoren van het vestigingsland.
3. Pushfactoren van het thuisland en push- en pullfactoren van het vestigingsland.
4. Push- en pullfactoren van het thuisland en push- en pullfactoren van het vestigingsland.

Emigrant

Vertrekoverschot

Bevolkingsdichtheid

Immigrant

Vestigingsoverschot

Geboortecijfer

Sterftecijfer

Hoe noem je de toename van het aantal 65+ in een land?

1. Grijze druk
2. Groene druk
3. Vergroening
4. Vergrijzing

Is bij deze bevolkingsopbouw
sprake van een hoge groene
druk of ene hoge grijze druk?

1. Hoge groene druk
2. Hoge grijze druk

De bevolkingsdichtheid =...

1. gem. aantal inwoners per vierkante meter
2. gem. aantal inwoners in een stad
3. gem. aantal inwoners per vierkante kilometer
4. De manier waarop de bevolking is verdeeld

Hoe bereken je bevolkingsdichtheid?

1. Aantal geboortes min aantal sterftes
2. Immigranten min emigranten
3. Oppervlakte gedeeld door inwoners
4. Inwoners gedeeld door oppervlakte

Huiswerk

Zet in plenda

- minimaal drie toetsvragen opschrijven over paragraaf 5

- opdracht 1 t/m 5 afgemaakt en nagekeken

- je vragen over par. 5 opschrijven voor de toetsvoorbereiding

Dit filmpje is bron 5 (vraag 7a) (blz. 17 WB)

M: opdr 7a na zien filmpje

Dit is bron 6 (7b, blz. 17 WB)

M: opdr. 7b na zien filmpje

Klassikaal bespreken.

Waar kun je de leerdoelen altijd terugvingen, zodat je ze kunt afvinken?

1. Ik schrijf ze in mijn schrift
2. Aan het begin van iedere paragraaf
3. Niet
4. Ik kijk er nooit meer naar