12-2 persoonlijk voornaamwoord

WELKOM!

Ga rustig zitten op je eigen plek.
Pak je werkboek en een pen.






1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

WELKOM!

Ga rustig zitten op je eigen plek.
Pak je werkboek en een pen.






Slide 1 - Slide

Docent
Cas
Tim
Alex
Sam
Madina
Yara
Mariam
Juliva
Nout
Lorenzo
Naoufal
Tijme
Hailey
Bemnet
Julia
Gino
Khalid
Umut
2E

Slide 2 - Slide

Afspraken

  1. Luister rustig naar de uitleg.
  2. Blijf zitten op je plek.
  3. Ga niet in discussie.



waarschuwing 1 - naam 
waarschuwing 2 - strafwerk
waarschuwing 3 - nablijven
waarschuwing 4 - gele kaart

Slide 3 - Slide

Planning
Dinsdag : Woordsoorten herhaling
Donderdag: 
1  Persoonlijk voornaamwoord
2 Lezen - Anne Frank
3 Bezittelijk voornaamwoord
Vrijdag: Alles begrepen?

Slide 4 - Slide

Terugblik

zelfstandig naamwoord
werkwoord
bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Slide

Leerdoel
Je weet wat een persoonlijk voornaamwoord is en je herkent het in een tekst.


Slide 6 - Slide

Waarom hebben we dit nodig?
Sinterklaas gaf het jongetje een groot cadeau. Het jongetje vond het geen mooi cadeau. Het jongetje gaf het grote cadeau aan zijn zus.
Zijn zus vond het grote cadeau ook niet mooi en gaf het grote cadeau weer terug aan het jongetje
OF
Sinterklaas gaf het jongetje een groot cadeau. Hij vond het geen mooi cadeau. Hij gaf het aan zijn zus. Zij vond het ook niet mooi en gaf het weer terug aan hem.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Opdracht

Maak opdracht 1,2, 3 op blz. 14 en verder.



Rustig overleggen mag.
Vraag? Steek je vinger op.





Klaar?

Maak opdr. 4 op blz. 17.
timer
20:00

Slide 9 - Slide

Hij gaf vandaag een leuke les.

Wat zijn de pers. vnw in deze zin?
A
gaf
B
er zit er geen in
C
vandaag
D
hij

Slide 10 - Quiz

De docent gaf vandaag een leuke les.

Wat zijn de pers. vnw in deze zin?
A
gaf
B
les
C
er zit er geen in
D
de docent

Slide 11 - Quiz

Zij gaf vandaag een leuke les aan hen.

Wat zijn de pers. vnw in deze zin?
A
zij
B
zij en hen
C
leuke
D
vandaag

Slide 12 - Quiz

De aardige docent heeft vandaag een saaie les gegeven.

Wat zijn de pers. vnw in deze zin?
A
docent
B
vandaag
C
saaie
D
er zit er geen in

Slide 13 - Quiz