Waarom hebben we dit nodig?
De fiets van Whitley is kapot. Whitley brengt de fiets van Whitley naar de winkel van de fietsenmaker. Whitley loopt met de fiets van Whitley de winkel van de fietsenmaker in.
OF
De fiets van Whitley is kapot. Whitley brengt haar fiets naar de winkel van de fietsenmaker. Whitley loopt met haar fiets zijn winkel in.