Fase 2: lidwoorden 3.2

welcome!
today:
vocab - written check
Lidwoorden - Articles
listening
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

welcome!
today:
vocab - written check
Lidwoorden - Articles
listening

Slide 1 - Slide

What is the correct grammar rule of word order?
A
1.werkwoord 2.plaats 3.tijd 4.lijnend voorwerp 5.onderwerp
B
1.onderwerp 2.werkwoord 3.lijdend voorwerp 4.plaats 5.tijd
C
1. onderwerp 2.werkwoord 3.lijdend voorwerp 4.tijd 5.plaats
D
A, B en C

Slide 2 - Quiz

to the bank
every Friday at six
together
go
we

Slide 3 - Drag question

Articles - Lidwoorden

Slide 4 - Slide

Articles
Wanneer je in het Nederlands de of het voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels the.
Wanneer je in het Nederlands een voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels a of an.

Slide 5 - Slide

Articles        A / AN
a gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinker.
an gebruik je voor woorden die beginnen met een klinker.
a pet              a teacher            a bike
a car              a door                  a room
an ear           an investigation         an officer
an apple      an answer                     an English man

Slide 6 - Slide

Articles        A / AN
Let op! Deze keuze hangt niet alleen af van of je dit schrijft, maar ook of dat je het hoort.
an hour (je hoort our)
a university (je hoort juniversity)
an M&M (je hoort em&em)

Slide 7 - Slide

A / AN 
Articles        A / AN
moet je gebruiken bij...
- een beroep dat meerdere mensen doen;
She is a teacher.

- nationaliteiten en religies;
He is an English man.
She is a Christian.

Slide 8 - Slide

A / AN 
Articles        A / AN
moet je NIET gebruiken bij...
een beroep / positie dat maar één persoon kan uitvoeren.
She is Queen of England. She is the Queen of England
Trump was president of the USA. He was the president...

Slide 9 - Slide

A / AN 
Articles        A / AN
gebruik je sowieso NOOIT bij ...
MEERVOUDEN!

Slide 10 - Slide

THE 
Articles        THE
moet je gebruiken als je specifiek verwijst naar...
- een bepaald gebouw;
Yesterday I had to go to the hospital in Almelo. 

- een bepaald moment of jaar;
I was born in the year 2000.

Slide 11 - Slide

Articles        X
Je gebruikt geen lidwoord als je ...
- (samenstellingen met) continenten, landen, plaatsnamen, straten en meren
Nigeria is a country in Africa
Let's take the bus to Oxford Street.
- tenzij de naam een lidwoord bevat
The Netherlands

Slide 12 - Slide

Which one?
"We bought some cheese and ham. ... cheese was delicious."
A
A
B
The
C
X
D
An

Slide 13 - Quiz

Which one?
"Experts say that ... coffee can be good for your health."
A
A
B
The
C
X
D
An

Slide 14 - Quiz

Which one?
"He is ... engineer."
A
A
B
The
C
X
D
An

Slide 15 - Quiz

Which one?
"He thinks that ... love is what will save us all."
A
A
B
The
C
X
D
An

Slide 16 - Quiz

Which one?
"... president visited our school."
A
A
B
The
C
X
D
An

Slide 17 - Quiz


Denk je dit onderwerp nu onder de knie te hebben?
A
Ja! Ik kan zelfstandig aan de slag.
B
Jawel, maar ik ga er nog even mee oefenen.
C
Jawel, maar ik zou het toch nog eens samen willen doornemen.
D
Ik snap er niks van.

Slide 18 - Quiz

THE - A - AN - X
Work on your own
exercise 14  - page 33

Slide 19 - Slide

My opinion on the way this lesson was taught
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll



Taalblokken > Leerroutes > Spelling & Grammar > 
B1 > Chapters 1, 2 and 3

Deadline: Wednesday 16th Februari 23.59

Slide 21 - Slide