Wie doet dit zonder fout?
Zoek in elke zin: zww/hww/vdw/infinitief/zn/bn/vz1) Aron is naar huis gaan lopen.
2)De taak van docenten zal steeds groter worden.
3)De kleine kinderen maken veel lawaai.
Ga nu aan de slag. Per zin 1 minuut. Daarna
behandelen we de zin meteen.