2 Aardbeving Marokko

Aardbeving
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Aardbeving

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Wij lezen de tekst
1. Wij lezen de tekst samen.

 
2. Onderstreep of markeer de woorden die je niet kent op.

Slide 3 - Slide

Samenwerken in duo's
3. Bespreek de tekst met je buurman/ vrouw.

4. Samen bedenk je wat de nieuwe woorden betekenen.

5. Klassikaal bespreken onbekende woorden.
timer
5:00

Slide 4 - Slide

Vragen over de video en de tekst

Je krijgt een aantal vragen over de video.

Meld je aan via Lessonup.

Slide 5 - Slide

1. Welke natuurramp is er in Marokko gebeurd?
A
overstroming
B
aardbeving
C
tornado
D
bosbrand

Slide 6 - Quiz

2. Waarom is het moeilijk om hulp te bieden aan de inwoners van Marokko?
A
Wegen zijn onbegaanbaar.
B
Er zijn geen hulpgoederen.
C
Er zijn geen artsen.
D
Het land is uitgestrekt.

Slide 7 - Quiz

3. Wat betekent 'epicentrum'?
A
rechterkant
B
linkerkant
C
middelpunt
D
buitenrand

Slide 8 - Quiz

4. Waarom slapen de mensen liever in tenten dan in huizen?
A
Ze zijn bang voor een nieuwe aardbeving.
B
Er is niet genoeg ruimte in de huizen.
C
Het is te warm in huis.

Slide 9 - Quiz

6. Waar bouwen arme mensen hun huizen van?
A
staal en klei
B
beton en staal
C
beton en steen
D
klei en leem

Slide 10 - Quiz

7. Waar bouwen rijke mensen hun huizen van?
A
staal en beton
B
cement en beton
C
beton en steen
D
klei en leem

Slide 11 - Quiz

8. Waarom is het nog onduidelijk hoeveel doden er zijn?
A
Er is geen goed systeem om dat bij te houden.
B
Er is geen internet.
C
Het tellen is nog aan de gang.

Slide 12 - Quiz

9. Op dit moment is er voldoende water en eten.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

10. Noem een ander woord voor 'bedachtzaam'.
A
overhaast
B
voorzichtig
C
rustig
D
zo snel als mogelijk

Slide 14 - Quiz

11. Noem een ander woord voor 'animo'
A
ergens
B
idee
C
adres
D
enthousiasme

Slide 15 - Quiz

12. Maar we weten.....

Maar is een signaalwoord van het tekstverband
A
opsomming
B
vergelijking
C
tegenstelling

Slide 16 - Quiz

13. De voorzitter wil ook de langetermijngevolgen in het oog houden.

Ook is een signaalwoord van het tekstverband:
A
opsomming
B
vergelijking
C
tegenstelling

Slide 17 - Quiz

14. Waarom gaan de hulpteams niet direct naar Marokko?
A
Ze moeten eerst meer materiaal verzamelen.
B
Ze hebben nu geen tijd.
C
Ze willen elkaar niet voor de voeten lopen.
D
Er gaan nog geen vluchten.

Slide 18 - Quiz

15. De artsen verwachten dat er een tekort komt aan eten en water.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Evaluatie
*Wat heb je geleerd over de aardbeving?

*Wat vond je van de vragen over de tekst?

Slide 20 - Slide