Media - Journalistiek

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

kranten

Slide 2 - Mind map

Welke tekstsoorten vind je in de krant?

Slide 3 - Open question

Kranten
  •  verschijnen regelmatig
  • hebben een naam, nummer en datum
  • hebben een lijfspreuk en een politiek/maatschappelijk ideaal
  • brengen nieuws voor een breed publiek
  • hebben een herkenbaar uiterlijk


Slide 4 - Slide

Opdracht
Vergelijk in je groepje de verschillende kranten. Let op de volgende dingen: hoofdartikel, krantenkoppen, afbeeldingen, aantal en lengte van de artikelen, onderwerpkeuze, plaats op de pagina, lettertype en grootte.

Slide 5 - Slide

Welke verschillen heb je gevonden?

Slide 6 - Open question

welke overeenkomsten heb je gevonden?

Slide 7 - Open question

Kranten
AD: grote krant. Ook populair nieuws, meer sensatie. Rechts. 
Volkskrant: hoogopgeleide lezer, veel maatschappelijke verdieping. Links. Kwaliteitskrant.
Trouw: protestants-christelijk, veel menselijke verdieping en achtergrond. Kwaliteitskrant. 
NRC: hoogopgeleide lezer, kwaliteitskrant, neutraal, kritisch
Gelderlander: veel regionaal nieuws.
Telegraaf: rechts, veel sensatie. 


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Link

Nu:
Ga naar breakingnews.nieuwsindeklas.nl en speel het 'spel' in tweetallen of alleen. 

Slide 11 - Slide

Wat weet je nog van de journalistieke basisprincipes? (denk aan badges!)

Slide 12 - Open question

Journalistieke basisprincipes
feiten (fact checking)
hoor- en wederhoor
nieuwsgierig zijn
nooit betalen voor een bron
altijd meerdere bronnen raadplegen
sterke kop
sterke foto
geen roddels

Slide 13 - Slide