2.3 Onrust in de Nederlanden

1 / 37
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

→Sleep de onderdelen naar de juiste plek
Protestant
Katholiek
Maarten Luther
De Paus geeft leiding aan de gelovigen
Aflaten brengen je dichter bij God
Bijbel moet in volkstaal
Latijnse kerkdienst
Sober leven
Beeldenverering
Reliekenverering
'Kale' kerk
Beelden en kunst in de kerk zijn nodig
'Magische' handelingen
Pracht en praal leidt te veel af

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Protestantse kerk
  • Christelijke kerk

  • Er is geen duidelijke leider

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in de volkstaal

  • Geen beelden en/of verering van heiligen en relieken (is afleiding)

  • Sobere handelingen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Luther start de Reformatie

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Misstanden in de katholieke kerk

Slide 8 - Slide

This item has no instructions


Waarom heeft Luther succes?

  • Door de uitvinding van de boekdrukkunst kunnen de teksten van Luther snel worden gekopieerd en verspreid.
  • Luther wordt gesteund én beschermd door machtige Duitse vorsten.
  • De ideeën (van eenvoud en soberheid) spreken veel arme gelovigen aan.
  • Veel gelovigen zijn het niet eens met de aflaten: Luther durft er iets van te zeggen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen van de reformatie
  • Splitsing in de christelijke kerk (1517): ontstaan van de protestantse kerken (ook wel: hervormde- of gereformeerde kerk) naast de katholieke Kerk

  • Protestantse kerk spreekt veel (arme) mensen in West-Europa aan.

  • Vervolging van protestanten (ketters)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Terugblikopdracht: Is deze prent gemaakt door een katholiek of een protestant? Leg uit waarom.

Slide 11 - Open question

Laat de leerlingen zoveel mogelijk gebruiken in de kerk opschrijven waaraan de jonge monnik Luther zich stoort of zou kunnen storen. Op deze manier ontstaat een lijst met zaken waartegen Luther en andere hervormers zich verzetten: het gebruik van Latijn in de mis, de nadruk op rituelen ten koste van persoonlijke gerichtheid op God, de verering van relieken, de losbandigheid, inhaligheid en wereldlijke leefwijze van de geestelijkheid, de verkoop van aflaten. Laat de leerlingen hun eigen bevindingen onderling vergelijken alvorens te komen tot een klassikale lijst.

Maarten Luther (1483-1546)
Duitse monnink die grote moeite had met de aflaten en levensstijl van de geestelijken. 
Veel aanhangers in Duitsland.
Johannes Calvijn (1509-1564)
Zwitserse hervormer die vond dat beelden niet in de Kerk thuishoorden. 
Veel aanhangers in Nederland

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Waar zitten de verschillen?
Maarten Luther
Johannes Calvijn

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de verschillen tussen Luther en Calvijn?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Luther en Calvijn

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Waarom had vooral Calvijn veel aanhangers in de Nederlanden (16e eeuw)?

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

2.3 Onrust in de Nederlanden




Hoe leidde de onrust in de Nederlanden tot de Opstand?

Slide 17 - Slide

De centralisatiepolitiek en het godsdienstbeleid van de Habsburgers leidden tot onrust onder het volk, terwijl edelen en stadsbesturen weinig zin hadden de opgelegde maatregelen uit te voeren, omdat zij die zagen als aantasting van de eigen positie. De onrust culmineerde in de aanbieding van het Smeekschrift door de (lagere) edelen.

      Leerdoelen
  1. Je kent de betekenis van de begrippen landsheer, gewesten, Staten, privileges, stadhouder, landvoogd, centralisatie, Staten-Generaal, particularisme, plakkaten, ketters, inquisitie, Smeekschrift. (R)
  2. Je kan uitleggen op welke manier Karel V het bestuur in de Nederlanden probeerde te centraliseren. (T1)
  3. Je kunt op politiek, economisch en religieus gebied uitleggen waarom de adel, steden en gewesten zich tegen de centralisatie van Karel V en Filips II verzetten. (T2)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Een wereldrijk… waar de zon niet onder gaat

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Karel V in Europa

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Vrede van Augsburg (1555)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag

Slide 22 - Slide

a. De paus reageert op de kritiek van Luther, gepubliceerd in zijn 95 stellingen.
b. Luther bedreigde het gezag/de macht van de paus door kritiek te hebben op de paus en de katholieke kerk.
c. Luther werd (in 1521) door de paus in de ban gedaan, geëxcommuniceerd.
3 punten

De lage landen onder Karel V

Slide 23 - Slide

Bestaat uit 17 gewesten ( provincies) met ieder hun eigen wetten.
Als de koning belasting nodig heeft dan moet hij langs ieder gewest om dat te vragen.
Om iets voor elkaar te krijgen moet de koning rekening houden met hun privileges..

Centralisatiepolitiek

Slide 24 - Slide

Bestaat uit 17 gewesten ( provincies) met ieder hun eigen wetten.
Als de koning belasting nodig heeft dan moet hij langs ieder gewest om dat te vragen.
Om iets voor elkaar te krijgen moet de koning rekening houden met hun privileges..

Aan de slag

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Filips II (Heer der Nederlanden)

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Centralisatiepolitiek

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Leg uit waarom de centralisatiepolitiek van Karel V (en later Filips II) leidde tot kritiek van de steden, gewesten en adel?

Slide 29 - Open question

Karel V trok alle macht naar zich toe, dat betekent dat anderen hun macht verloren (1p). Zo wilden de steden, gewesten en de adel hun voorrechten (privileges) behouden /particularisme / ze waren boos over de harde vervolging van de protestanten.

Smeekschrift der Edelen

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Waarom had vooral Calvijn veel aanhangers in de Nederlanden (16e eeuw)?

Slide 31 - Mind map

This item has no instructions

      Leerdoelen
  1. Je kent de betekenis van de begrippen landsheer, gewesten, Staten, privileges, stadhouder, landvoogd, centralisatie, Staten-Generaal, particularisme, plakkaten, ketters, inquisitie, Smeekschrift. (R)
  2. Je kan uitleggen op welke manier Karel V het bestuur in de Nederlanden probeerde te centraliseren. (T1)
  3. Je kunt op politiek, economisch en religieus gebied uitleggen waarom de adel, steden en gewesten zich tegen de centralisatie van Karel V en Filips II verzetten. (T2)

Slide 32 - Slide

This item has no instructions


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Alleen wat in de bijbel staat is juist.
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Aflaten kunnen je dichter bij God brengen.

A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

De paus moet leiding geven aan de gelovigen.
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

De bijbel moet in de volkstaal worden geschreven, zodat iedereen het kan lezen.
A
Protestant
B
Katholiek

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions