BinomPDF en BinomCDF - Dinsdag

BinomPDF en BinomCDF 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

BinomPDF en BinomCDF 

Slide 1 - Slide

Wat is 10 nPr 3 ?
A
10
B
10 x 3
C
10 x 9 x 8 x 7 x 6 x 5 x 4 x 3
D
10 x 9 x 8

Slide 2 - Quiz

Voorkennis ophalen:
Spanje gaat tegen Frankrijk spelen.
Het wordt 4 - 3 voor Spanje.
Op hoeveel manieren kan deze score tot stand zijn gekomen?
A
7 manieren
B
35 manieren
C
21 manieren
D
43 manieren

Slide 3 - Quiz

Een reclame blok bestaat uit 9 items. 2 over eten, 3 over reizen en 4 over auto's.
Op hoeveel manieren kunnen deze items worden gerangschikt?
A
2 x 3 x 4 manieren
B
2! + 3 ! + 4! manieren
C
9! manieren
D
9 manieren

Slide 4 - Quiz

Leerdoelen
- Ik weet wanneer er sprake is van een Bernoulli experiment?
- Ik weet wanneer ik Binompdf en Binomcdf moet gebruiken.
- Ik kan met behulp van mijn GR Binompdf en Binomcdf uitrekenen.

Slide 5 - Slide

Betekenis: binomiale kans?
- Er is sprake van een binomiale kans als er maar twee opties mogelijk zijn in het experiment: succes of mislukking.

Slide 6 - Slide

1. Voorbeeld opgave
Bereken de kans dat je bij 10 worpen met een dobbelsteen vier keer minstens 5 gooit.
- 5 en 6 = succes
- 1, 2, 3 en 4 = mislukking
-> Er is sprake van succes of mislukking. Dus is er sprake van een Bernoulli experiment (Binomiale kans)

Slide 7 - Slide

Formule en notatie 

Slide 8 - Slide

2. Honkbalspeler
Een honkbalspeler heeft een slaggemiddelde van 0,3, Bereken de kans dat hij in 10 beurten 5 keer slag heeft.
-> Is er sprake van een Bernoulli experiment (succes of mislukking)
-> uitwerking...

Slide 9 - Slide

3. met GR
We draaien de schijf hiernaast 7 keer. 
-> Bereken de kans op drie keer een 1.

P (X = k) = binompdf (n, p, k)
P (X ≤ k) = binomcdf (n, p, k)
2nd -> vars (distr) -> onderaan staan binompdf en binomcdf.

Slide 10 - Slide

4. met GR
We draaien de schijf hiernaast 7 keer.
-> Bereken de de kans op hoogstens vier keer een 2.

Slide 11 - Slide

Oefenen 

Slide 12 - Slide

5. met GR
Bereken de kans dat er in 20 beurten meer dan 8 keer een 1 wordt gedraaid. 

Slide 13 - Slide

6. met GR
Bereken de kans dat er in 50 beurten minder dan 6 keer een 3 wordt gedraaid.

Slide 14 - Slide

Aan de slag
Wat? maak opgaven van 9.2 Binomiale verdeling 
Wie? Individueel
Tijd? 20± minuten
Hulp/vragen? Eerste vraag je het aan een klasgenoot-> Daarna vraag je het aan de docent
Klaar? Maak de door de docent gekozen opgave van de diagnostische toets  

Slide 15 - Slide

7. met GR
Bereken de kans dat er in 25 beurten tussen de 3 en 9 keer een 3 wordt gedraaid.
-> Tip: maak een getallenlijn

Slide 16 - Slide

Van de Nederlandse vakantiegangers gaat 58% met de auto en 42% met het vliegtuig naar de vakantiebestemming. Bereken de kans dat van 20 Nederlandse vakantiegangers meer dan de helft met het vliegtuig op vakantie gaat.

Slide 17 - Open question

Leerdoelen controleren
- Ik weet wanneer er sprake is van een Bernoulli experiment?
- Ik weet wanneer ik Binompdf en Binomcdf moet gebruiken.
- Ik kan met behulp van mijn GR Binompdf en Binomcdf uitrekenen.

Slide 18 - Slide

Vooruitblik
- Verwachtingswaarde en toevalsvariabelen 
- Complementaire kans

- Het berekenen van sigma en mu  
- Oppervlakten onder normaalkrommen 

Slide 19 - Slide