les 21 - 2HV - miércoles 12 de febrero 2025

Les 21 - HV2 - miércoles 12 de febrero 2025
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Les 21 - HV2 - miércoles 12 de febrero 2025

Slide 1 - Slide

¿Qué hacemos hoy? (Wat doen we vandaag?)

  • We maken een dictee van een aantal woorden van 6.1 (15m)
  • Uitleg bron D: de pretérito perfecto + oefeningen (25m)
  • Korte break (5m)
  • Blooket met nieuwe woorden 6.1 (15m) 
  • Afronding, huiswerk & vooruitblik op activiteit in de keuken (5m)

Slide 2 - Slide

Dictee
  • Je schrijft de woorden en zinnetjes die je hoort, in je schrift op
  • Schrijf de Spaanse woorden op
  • Schrijf de Spaanse zinnetjes zo compleet mogelijk op
  • We kijken de woorden na, en je corrigeert zélf (op spelling en op volledigheid)

Slide 3 - Slide

Woordjes
1. la primavera
6. el camino
2. el invierno
7. la tabla de surf
3. demasiado
8. estupendo
4. llevar
9. el formulario
5. la mañana
10. la linterna

Slide 4 - Slide

Zinnen
  1. ¿Tienes un plano del camping?
  2. Está prohibido llevar una maleta.
  3. ¿Tienes miedo de la noche?
  4.  Es una lástima. 
  5.  ¿Dónde está la señora Martinez? 
Wat viel mee/tegen?
Wat voor soort fouten maakte je?

Slide 5 - Slide

Het voltooid deelwoord

Slide 6 - Slide

Hulpww 'haber' 

Slide 7 - Slide

De pretérito perfecto:
Kies de juiste vorm van vivir, ellos
(zij hebben gewoond)
A
viven
B
han vividos
C
ha vivido
D
han vivido

Slide 8 - Quiz

De pretérito perfecto:
Kies de juiste vorm van comer, yo
(ik heb gegeten)
A
he comido
B
hemos comido
C
has comido
D
habéis comido

Slide 9 - Quiz

PRETÉRITO PERFECTO
Als het werkwoord eindigt op -ar, dan krijg je stam + ___
A
ido
B
ando
C
iendo
D
ado

Slide 10 - Quiz

De pretérito perfecto:
Kies de juiste vorm van hablar, ella
(zij heeft gepraat)
A
he hablado
B
ha hablar
C
ha hablado
D
habla

Slide 11 - Quiz

He (visitar --> bezocht) ...
a mi abuela (=oma).
A
visitido
B
visitar
C
visitado
D
visitando

Slide 12 - Quiz

Wat heb je nodig om in het Spaans de voltooide tijd te maken?

Slide 13 - Mind map

Uitzonderingen op de nieuwe tijd...
en deze eindigen dus níet op:
    -ado                  of                  - ido

Slide 14 - Slide

A trabajar...             WB blz. 84/85

  • Jullie lezen de tekst bij oefening 11b & onderstrepen alle voltooide tijden die je kunt vinden 
  • Bij oefening 11c gaan jullie op zoek naar de (hele) werkwoorden waarvan het voltooid deelwoord is afgeleid: deze schrijf jullie op 
Gebruik bron D uit je TB: blz. 53
timer
10:00

Slide 15 - Slide

HUISWERK: Ejercicio 11b
¡Hola Rocío!
¿Qué tal tus vacaciones? ¿Ya has visitado Roma?
¡Aquí todo bien! Son unas vacaciones fenomenales... Sabes, esta noche he hecho un juego de seguir el rastro con unos amigos. Allí he conocido a Antonio, un amigo de Cristina. Creo que está enamorado de mí. Ha dicho que quiere surfear conmigo. Pero no sé surfear. Nunca he surfeado. 

Slide 16 - Slide

Ejercicio 11b
Y ya he visto que él sabe surfear muy bien. Esta tarde vamos a la playa, él trae su tabla de surf. ¿¿Qué hago?? Uff... he buscado mi bikini más bonito, es rosa con flores.
¿Y sabes qué? Antonio y su amigo, Oscar, han encontrado mi perfil en tuenti (fb). Han escrito un mensaje, lo he visto esta mañana.
Tía, te dejo. Cristina quiere ir a la playa. 
Un beso muy fuerte y ¡hasta pronto!
Marta

Slide 17 - Slide

Ejercicio 11c
has visitado
visitar = bezoeken
he hecho (onregelm.)
hacer = doen/maken
he conocido
conocer = leren kennen
ha dicho (onregelm.)
decir = zeggen
he surfeado
surfear = surfen

Slide 18 - Slide

Ejercicio 11c
he visto
ver = zien
he buscado
buscar = zoeken
han encontrado
encontrar = vinden
han escrito
escribir = schrijven
he visto
ver = zien

Slide 19 - Slide

Woordenschat oefenen
play.blooket.com/play
H6: 
bron A + B

Slide 20 - Slide

Actividad en la cocina
  • Komende dinsdag starten we de les in het lokaal
  • Na een korte introductie gaan we naar de keuken :-) 

Slide 21 - Slide

Los deberes (wo: 19 de febrero)
  • M: ejercicio 12a en 12b (WB blz. 85)
  • L: bron D --> de grammatica van de 'pretérito perfecto' 

Slide 22 - Slide