les 22 - 2M - lunes 17 de febrero 2025

Les 22 - M2 - lunes 17 de febrero 2025
1 / 29
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Les 22 - M2 - lunes 17 de febrero 2025

Slide 1 - Slide

¿Qué hacemos hoy? (Wat doen we vandaag?)
  • We oefenen met nieuwe woordenschat van H6.1 (30m)
  • Korte break (5m)
  • Uitleg grammatica: el pretérito perfecto + bijbehorende oefeningen (25m)
  • Uitleg over de les van morgen (5m)

Slide 2 - Slide

Woorden flitsen
  • Zo meteen mogen jullie 1 minuut naar 16 Spaanse woorden kijken
  • Daarna verdwijnen de woorden uit beeld
  • Je schrijft zoveel mogelijk van de woorden op, die je hebt onthouden

Slide 3 - Slide

Woorden flitsen 
timer
1:00
la maleta
el invierno
la mañana
llevar
frio
estupendo
volver
el camino
la primavera
la tarde
la noche
el formulario
la linterna
tener miedo
la instrucción
participar

Slide 4 - Slide

Hoeveel woorden heb je onthouden??

  • Schrijf zoveel mogelijk woorden op
  • Werk in tweetallen en help elkaar
  • Let ook op de lidwoorden en de manier van schrijven 
  • Hoeveel weten jullie er samen?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Zelfst. nmw - werkwoord - ?
la maleta
el invierno
la mañana
llevar
frio
estupendo
volver
el camino
la primavera
la tarde
la noche
la mochila
la linterna
tener miedo
la instrucción
participar

Slide 7 - Slide

Oefening 4a + 4b (wb blz. 78)

  • Maak oefening 4a + 4b uit je werkboek
  • We oefenen hiermee met de nieuwe woordenschat 
timer
10:00

Slide 8 - Slide

Respuestas 4a + 4b
                     4a                                                                   4b
1.h
5.g
2.e
6.a
3.b
7.d
4.f
8.c
1. la noche
5. una linterna
2. participar
6. el despacho
3. frío
7. el verano
4. una mochila

Slide 9 - Slide

We vertalen de zinnen van 4b naar het Nederlands
timer
3:00

Slide 10 - Slide

Oefening 4c - WB blz. 78
Bij oefening 4a zoek je de juiste Spaanse zinnen uit de tekst, die bij de Nederlandse zinnen horen uit je werkboek.
Schrijf de Spaanse zinnen op in je schrift. 


Houd de tekst van bron A:
TB blz. 51 erbij!!

Slide 11 - Slide

Respuestas 4c
1. ¿Habéis visitado Cádiz?
2. He comprado mucha ropa.
3. ¿Tienes un plano del camping?
4. ¿Qué tipo de ropa tengo que llevar?
5. Hay que llevar un jersey abrigado. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Het voltooid deelwoord

Slide 15 - Slide

Hulpww 'haber' 

Slide 16 - Slide

De pretérito perfecto:
Kies de juiste vorm van vivir, ellos
(zij hebben gewoond)
A
viven
B
han vividos
C
ha vivido
D
han vivido

Slide 17 - Quiz

De pretérito perfecto:
Kies de juiste vorm van comer, yo
(ik heb gegeten)
A
he comido
B
hemos comido
C
has comido
D
habéis comido

Slide 18 - Quiz

PRETÉRITO PERFECTO
Als het werkwoord eindigt op -ar, dan krijg je stam + ___
A
ido
B
ando
C
iendo
D
ado

Slide 19 - Quiz

De pretérito perfecto:
Kies de juiste vorm van hablar, ella
(zij heeft gepraat)
A
he hablado
B
ha hablar
C
ha hablado
D
habla

Slide 20 - Quiz

He (visitar --> bezocht) ...
a mi abuela (=oma).
A
visitido
B
visitar
C
visitado
D
visitando

Slide 21 - Quiz

Wat heb je nodig om in het Spaans de voltooide tijd te maken?

Slide 22 - Mind map

A trabajar...             WB blz. 84/85

  • Jullie lezen de tekst bij oefening 11b & onderstrepen alle voltooide tijden die je kunt vinden 
  • Bij oefening 11c gaan jullie op zoek naar de (hele) werkwoorden waarvan het voltooid deelwoord is afgeleid: deze schrijf jullie op 
Gebruik bron D uit je TB: blz. 53
timer
10:00

Slide 23 - Slide

HUISWERK: Ejercicio 11b
¡Hola Rocío!
¿Qué tal tus vacaciones? ¿Ya has visitado Roma?
¡Aquí todo bien! Son unas vacaciones fenomenales... Sabes, esta noche he hecho un juego de seguir el rastro con unos amigos. Allí he conocido a Antonio, un amigo de Cristina. Creo que está enamorado de mí. Ha dicho que quiere surfear conmigo. Pero no sé surfear. Nunca he surfeado. 

Slide 24 - Slide

Ejercicio 11b
Y ya he visto que él sabe surfear muy bien. Esta tarde vamos a la playa, él trae su tabla de surf. ¿¿Qué hago?? Uff... he buscado mi bikini más bonito, es rosa con flores.
¿Y sabes qué? Antonio y su amigo, Oscar, han encontrado mi perfil en tuenti (fb). Han escrito un mensaje, lo he visto esta mañana.
Tía, te dejo. Cristina quiere ir a la playa. 
Un beso muy fuerte y ¡hasta pronto!
Marta

Slide 25 - Slide

Ejercicio 11c
has visitado
visitar = bezoeken
he hecho (onregelm.)
hacer = doen/maken
he conocido
conocer = leren kennen
ha dicho (onregelm.)
decir = zeggen
he surfeado
surfear = surfen

Slide 26 - Slide

Ejercicio 11c
he visto
ver = zien
he buscado
buscar = zoeken
han encontrado
encontrar = vinden
han escrito
escribir = schrijven
he visto
ver = zien

Slide 27 - Slide

Actividad en la cocina
  • Morgen starten we de les in het lokaal
  • Na een korte introductie gaan we naar de keuken :-) 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide