Medicijnen

Medicijnen






Lesweek 3
 Boek: Onder de knie vanaf blz 106
Powerpoint les 2

1 / 16
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Medicijnen






Lesweek 3
 Boek: Onder de knie vanaf blz 106
Powerpoint les 2

Slide 1 - Slide

Ongewenste werking van geneesmiddelen door het tegelijktertijd gebruik van verschillende medicijnen
reden van gebruik
Reden om een geneesmiddel niet te gebruiken
Indicatie
contra-indicatie
Interactie

Slide 2 - Drag question

Benaming van medicatie
Handelsnaam/merknaam (bv valium)
Stofnaam/generieke naam (diazepam)

www.apotheek.nl 
Farmacotherapeutisch kompas (app FK)

Slide 3 - Slide

Redenen van voorschrijven
  • Genezing van aandoening
  • Verminderen van klachten
  • Voorkomen van aandoeningen
  • Herstellen, verbeteren of wijzigingen van het functioneren van organen
  • Aanvullende werking
  • Stellen van een diagnose
  • Placebo-effect

Slide 4 - Slide

Wat is een voorbeeld van een medicijn met een profylactische werking?
A
Insuline
B
Griepspuit
C
Antibiotica
D
Paracetamol

Slide 5 - Quiz

Sleep de uitleg en medicijn naar het juiste vakje
bijv. corona
vaccin
bijv.
paracetamol
Voorkomen van ziekte
Verminderen van klachten zonder werkbare stof
Bestrijden of verzachten van de gevolgen van een ziekte
Bestrijden van de oorzaak van een ziekte
profylactische werking
causale werking
symptoom-
bestrijding
Placebo
bijv. antibiotica

Slide 6 - Drag question

Wat controleer je bij
de regel van vijf

Slide 7 - Open question

Met welk distributiesysteem werken jullie?

Slide 8 - Slide

Wat is het verschil tussen enteraal en parenteraal toedienen van medicatie?

Slide 9 - Open question

vloeibare vorm
vaste vorm
poedervorm
zetpillen
zalven/
cremes
pleisters
capsules
druppels
lotions
dragees
verstuivers

Slide 10 - Drag question

Met welk doel wordt er medicatie via de luchtwegen gegeven?
A
bronchospasmen opheffen
B
slijm verdunnen
C
ontstekingsreacties remmen
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 11 - Quiz

Wat is nu een verpleegkundige taak?

Slide 12 - Mind map

Als je steeds meer nodig hebt van een medicijn voor dezelfde werking noemen we dat:
A
Cumulatie
B
Resistentie
C
Gewenning
D
Verslaving

Slide 13 - Quiz

Medicatie:
Wat betekent interactie?
A
Dat twee geneesmiddelen elkaars werking beïnvloeden
B
Een ongewenste complicatie van een medicijn
C
Een ongewenst bijwerking van een medicijn
D
Dat je goede voorlichting krijgt voor je het inneemt

Slide 14 - Quiz

Waar worden medicatiefouten gemeld?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide