3LW3 Ademhaling

3
1 / 17
next
Slide 1: Slide
AnatomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

3

Slide 1 - Slide

5.3 Ademhaling

Slide 2 - Slide

ademproces
Verdeling
  • de ademhaling (respiratie) is te verdelen in...

1 inademing (inspiratie)
2 uitademing (expiratie)

Slide 3 - Slide

inademing
  • als het CO2 gehalte in bloed stijgt, start de inademing (inspiratie)
  • voor de inademing gebruik je spieren om je borstholte groter te maken, zodat de longen zich kunnen vullen met lucht
  • inademen is een actief proces (kost energie)

Slide 4 - Slide

inademing
Spieren die gebruikt worden bij een normale inademing zijn...

1 middenrif (diafragma)
2 buikspieren
3 tussenribspieren

Slide 5 - Slide

inademing
  • het middenrif is de scheiding tussen buik- en borstholte
  • In rust is het een bolle spier met de bolling naar boven
  • wanneer deze spierplaat samentrekt, wordt het middenrif platter

Slide 6 - Slide

inademing
Buikademhaling (de buikholte zet uit)

  • het middenrif (normaal een bolle spier) trekt samen en wordt plat
  • hierdoor wordt de borstholte (thorax) groter
  • de luchtdruk in de longen daalt
  • hierdoor wordt nieuw lucht in de longen aangezogen
  • in rust wordt de buikademhaling gebruikt

Slide 7 - Slide

inademing
Borstademhaling (de borstholte zet uit

  • door de tussenribspieren aan te spannen, komt het borstbeen naar voren en worden de ribben opgetild
  • hierdoor wordt de borstholte (thorax) groter
  • de luchtdruk in de longen daalt
  • hierdoor wordt nieuw lucht in de longen aangezogen
  • bij inspanning wordt de borstademhaling ingezet

Slide 8 - Slide

inademing
Bij extra inspanning...
  • is een extra diepe inademing nodig
  • helpen hulpademhalingsspieren de borstholte extra groot te maken
  • spieren rondom borst, schouder en hals helpen mee

Slide 9 - Slide

uitademing
  • na de inademing komt de uitademing (expiratie)
  • het CO2 verlaat op deze manier het lichaam
  • de spieren ontspannen

Slide 10 - Slide

uitademing
  • de longen, borstholte en buikholte worden weer kleiner
  • de druk in de longen neemt toe
  • de lucht wordt naar buiten geduwd
  • de uitademing is passief (kost geen energie)

Slide 11 - Slide

Na een flinke inspanning kost uitademen wél energie (buikspieren trekken samen)

Slide 12 - Slide

regulatie
  • de ademhaling wordt geregeld door het ademcentrum
  • dit zijn zenuwen in de hersenstam
  • ze stimuleren of remmen de ademhalingsspieren
  • dit gebeurt naar aanleiding van twee prikkels...

Slide 13 - Slide

regulatie
1 cellen in de aorta en halsslagaders zijn gevoelig voor het CO2-gehalte; stijgt dit, dan sturen ze een signaal naar het ademcentrum.

Na dit signaal wordt de inademing ingezet
cellen die het kooldioxide gehalte meten

Slide 14 - Slide

regulatie
2 zenuwuitlopers in de bronchiën zijn gevoelig voor uitrekken; ze sturen dan een signaal naar het ademcentrum.

Na dit signaal wordt de uitademing ingezet (waardoor de rek afneemt)

Slide 15 - Slide

inademing
Normaal gesproken is de ademhaling geluidloos 

  • niezen: een reflexmatige, krachtige uitademing om slijm en stofdeeltjes uit de neusholte weg te krijgen; de neusholte blijft zo schoon
  • hoesten: een reflexmatige, krachtige uitademing om slijm en stofdeeltjes uit de luchtwegen weg te krijgen; de luchtwegen blijven zo schoon

Slide 16 - Slide

inademing
Normaal gesproken is de ademhaling geluidloos 

  • gapen: een reflexmatige, in- en uitademing om lucht te brengen in ongebruikte longdelen (zogeheten dode ruimte)
  • hikken: een reflexmatige, krachtige samentrekking van het middenrif tijdens de inademing, waarbij de stembanden sluiten

Slide 17 - Slide