H3 Aan de slag 3.1 Je eigen bedrijf (deel 1) (Plein M 4e editie)

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Welkom bij economie!

Hoofdstuk 3 Aan de slag

3.1 Je eigen bedrijf

Wat gaan we vandaag doen?

• Theorie 3.1 Je eigen bedrijf (deel 1)
  
• Zelfstandig aan het werk

3.1 Je eigen bedrijf (deel 1)

Lesdoelen:

Aan het einde van de les:

• kun je uitleggen wat een ondernemer is
• kun je de kostprijs van een product berekenen

Werken in je eigen bedrijf

Wat gaat dat kosten?

Zelfstandig aan het werk 

Opdracht: 

Maak nu zelfstandig opgave 1 t/m 6 + herhaling op bladzijde 78 t/m 80. + 83 Je mag overleggen. 

Schrijf de volledige antwoorden in je boek/schrift, inclusief formule!

Hulp nodig? In deze volgorde: 

1. Boek

2. Klasgenoot

3. Docent

(de eerste 2 minuten help ik niet)

Je krijgt 15 minuten de tijd

Klaar? Lees de blauwe stukjes nog eens door. 

Na 15 minuten gaan we samen de opgaven bespreken. 

Iedereen moet zijn antwoord kunnen uitleggen.

Opgave 1 blz 86:

a Stel dat jij een eigen bedrijf wilt. Wat voor soort bedrijf zou jij dan beginnen?

Opgave 1 blz 86:

b Waarom kan het goed zijn om een eigen bedrijf te starten als je nog op school zit?

Opgave 1 blz 86:

c Noteer een voordeel van een eigen bedrijf.

Opgave 1 blz 86:

d Noteer een nadeel van een eigen bedrijf

Opgave 2 blz 87:

a Hoe noem je iemand die zijn inkomen verdient met een eigen bedrijf?

Opgave 2 blz 87:

b Hoe noem je het maken van goederen en het leveren van diensten?

Opgave 3 blz 87:

Wat zijn voorbeelden van produceren?

1. Een banketbakker bakt een taart.
2. Een fietsenmaker plakt een band.
3. Je koopt melk in de supermarkt

Opgave 4 blz 87:

1 De ondernemer in bron 3 maakt goederen / levert diensten.

1. maakt goederen
2. levert diensten

Opgave 4 blz 87

4.1 Dat doet hij door

Opgave 4 blz 87:

2 De ondernemer in bron 4 maakt goederen / levert diensten.

1. maakt goederen
2. levert diensten

Opgave 4 blz 87

4.2 Dat doet zij door

Opgave 5 blz 88:

a Noteer drie voorbeelden van productiekosten die in de tekst genoemd zijn.

Opgave 5 blz 88:

b Waarom berekent een ondernemer de kostprijs per product?

Opgave 6 blz 88:

Noteer drie voorbeelden van productiekosten die
een appbouwer heeft

Opgave 7 blz 88:

Bereken de kostprijs per koekje.

Opgave 8 blz 88:

Bereken de totale productiekosten voor deze boekenkast

Afsluiting 3.1 deel 1

Lesdoelen:

Nu:

• kun je uitleggen wat een ondernemer is √
• kun je de kostprijs van een product berekenen √