Code+ deel 2 hfst 2 taak 3

Een bankrekening openen
1 / 47
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Een bankrekening openen

Slide 1 - Slide

Bij welke bank heb jij een rekening?
ABN AMRO
ING
RABO
SNS

Slide 2 - Poll

Bij de bank kun je ........bankrekeningen openen.
A
alle
B
geen
C
verschillende
D
betaal

Slide 3 - Quiz

Wanneer betaal jij
met een pinpas?

Slide 4 - Mind map

Wanneer betaal jij
contant?

Slide 5 - Mind map

Wat heb je nodig om een bankrekening te openen?
A
geld , legitimatiebewijs
B
handtekening, legitimatiebewijs
C
creditcard, geld
D
legitimatiebewijs

Slide 6 - Quiz

De woorden (tekst 1) 
de bankrekening - de balie - 
het legitimatiebewijs
de pen- liggen - openen - zo'n 

Slide 7 - Slide

Waar is Sarah? (hele zinnen)

Slide 8 - Open question

Wat wil Sarah? (hele zinnen)

Slide 9 - Open question

Wat heeft de bank van Sarah nodig?
A
een legitimatiebewijs
B
een formulier
C
een pen
D
een nummer

Slide 10 - Quiz

Wat moet Sarah invullen?
(hele zinnen)

Slide 11 - Open question

Wat mag Sarah gebruiken?
A
een tafel
B
een formulier
C
een pen
D
een bankrekening

Slide 12 - Quiz

Wat is een legitimatiebewijs?

A
paspoort, pasfoto
B
identiteitskaart, OV-chipkaart
C
identiteitskaart, rijbewijs, pasfoto
D
rijbewijs, paspoort, identiteitskaart

Slide 13 - Quiz

Wat zie je op de foto?
A
een rekening openen
B
contactloos betalen
C
internet bankieren
D
pinnen

Slide 14 - Quiz

Iemand van dienst zijn (routine) 
Wat kan ik voor u doen?
Kan ik u misschien helpen?
Hebt u nog vragen? Heb je verder nog vragen?
Kan ik u ergens mee helpen? 

Slide 15 - Slide

Wat .....ik voor u .....?

Slide 16 - Open question

....ik u misschien.....?

Slide 17 - Open question

......u nog .....?

Slide 18 - Open question

......ik u ergens mee ......?

Slide 19 - Open question

Iemand een dienst vragen (routine)
Ik wil graag een rekening openen.
Ik wil graag een creditcard aanvragen.
Ik wil graag meer informatie over de studentenrekening.
Waarvoor is dit formulier? 

Slide 20 - Slide

Ik ....graag een rekening.......

Slide 21 - Open question

Ik .....graag een creditcard ........

Slide 22 - Open question

Gebruik jij
een creditcard?

Slide 23 - Mind map

De woorden (tekst 2)
het formulier - het legitimatiebewijs - het paspoort -                    het rijbewijs - de studentenkaart - de student - de betaalpas - de creditcard - de pinpas - de automaat - de kosten-                    de rekening -  de handtekening - de euro

Slide 24 - Slide

U moet eerst een .......invullen

Slide 25 - Open question

Een paspoort of identiteitskaart is een ..........

Slide 26 - Open question

Iemand die studeert is een ......

Slide 27 - Open question

Als je een rekening opent, dan krijg je een .......
A
paspoort
B
betaalpas
C
cadeautje
D
formulier

Slide 28 - Quiz

Met een pinpas kun je geld uit een .....halen
A
automaat
B
bank
C
rekening
D
portemonnee

Slide 29 - Quiz

Ik wil graag een .......openen.

Slide 30 - Open question

Op het formulier kunt u uw .....zetten.
A
tekening
B
rekening
C
legitimatiebewijs
D
handtekening

Slide 31 - Quiz

De woorden (tekst 2)
speciaal - uit - overal - binnen 14 dagen - prettig - tot ziens - handig  - zo'n 
(een rekening) openen -  invullen - betalen - nodig hebben - gebruiken - aanvragen - (handtekening) zetten -                     

Slide 32 - Slide

U krijgt ......14 dagen uw pas.
A
in
B
uit
C
binnen
D
van

Slide 33 - Quiz

Ik wil graag een creditcard.......
A
vragen
B
aanvragen
C
kopen
D
openen

Slide 34 - Quiz

Ik wil graag een rekening .........
A
kopen
B
aanvragen
C
vragen
D
openen

Slide 35 - Quiz

U moet uw gegevens op het formulier ...........
A
invullen
B
vullen
C
zetten
D
doen

Slide 36 - Quiz

Op het formulier kunt u uw handtekening........
A
invullen
B
schrijven
C
zetten
D
doen

Slide 37 - Quiz

Om een rekening te openen ......we uw legitimatiebewijs.......
A
hebben ....nodig
B
nodig.....hebben
C
heb......nodig
D
nodig.....heb

Slide 38 - Quiz

Als je student bent dan kun je een ........studentenrekening openen.

Slide 39 - Open question

Je kunt ook geld ......de automaat halen met een pinpas.
A
in
B
uit
C
binnen
D
naar

Slide 40 - Quiz

Bijna ............... in het buitenland kun je ook geld uit de
automaat halen met een pinpas.
A
nooit
B
overal
C
prettig
D
via

Slide 41 - Quiz

Je kunt een creditcard aanvragen. ..............kaart is
vooral handig als je op reis gaat
A
zo'n
B
het
C
maar
D
dat

Slide 42 - Quiz


Ik betaal meestal met ...

Slide 43 - Poll


Ik betaal meestal met ...
Nieuws van de week Alfa & NT2 quiz

Slide 44 - Poll


Ik betaal meestal met ...
Nieuws van de week Alfa & NT2 quiz

Slide 45 - Poll

Hoe betaal jij in de winkel?

Slide 46 - Poll

Koop jij weleens dingen
via internet? Zo ja, wat?

Slide 47 - Open question