Leer de tijdens de les besproken woorden uit blok 4, 5 en 6.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Woordenschat
Leer de tijdens de les besproken woorden uit blok 4, 5 en 6.
Slide 1 - Slide
Stijlfouten
Pleonasme herhaalt een eigenschap dat al in een woord verwerkt zit (twee verschillende woordsoorten).
Tautologie zegt twee keer hetzelfde (synoniemen).
Slide 2 - Slide
Dubbele ontkenning
Je gebruikt twee ontkenningen waardoor je precies het tegenovergestelde zegt van wat je bedoelt.
Voorbeeld:
Ik eet nooitgeen patat.
Slide 3 - Slide
Dubbele ontkenning
In zinnen met een werkwoord dat al een ontkennend karakter heeft (voorkómen, misbruiken, verbieden, weerhouden, nalaten) wordt soms ten onrechte een tweede ontkenning toegevoegd.
Voorbeelden:
Het is verboden hier geen fietsen te plaatsen.
De beveiliger wil verhinderen dat zij geen boodschappen steelt.
Slide 4 - Slide
Contaminatie
Je haalt twee woorden door elkaar.
Iets kost veel of iets is duur en niet: Die kaartjes kosten duur.
Ik realiseer me dat dit lastig is of ik besef dat het lastig is en niet:
Ik besef me dat het lastig is.
Slide 5 - Slide
Verkeerd woord of uitdrukking
Sommige uitdrukkingen gebruik je niet zo vaak.
Voorbeeld:
Eén deelnemer steekt met kop en schotel boven de rest uit.
→ met kop en schouders
Slide 6 - Slide
Verkeerd woord of uitdrukking
Ook is het soms lastig om te onthouden welk voorzetsel bij een werkwoord hoort.
Voorbeeld:
Mijn oom en tante hebben gisteren tegen hun kinderen verteld dat ze gaan verhuizen.
Slide 7 - Slide
Verkeerd woord of uitdrukking
Deze band maakt sferische muziek met pakkende melodieën.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Hé Philip! Zit je nou bij Margot af te spieken?
A
contaminatie
B
tautologie
C
pleonasme
D
geen fout
Slide 10 - Quiz
Wij zullen nooit niet aarzelen om onze vrienden te steunen
A
pleonasme
B
dubbele ontkenning
C
contaminatie
D
tautologie
Slide 11 - Quiz
A
Contaminatie
B
Pleonasme
C
Tautologie
D
Dubbele ontkenning
Slide 12 - Quiz
Mijn nicht woont een half jaar in Frankrijk en spreekt nu al vloeibaar Frans.
Slide 13 - Open question
Als ik wakker word, zit mijn haar door de war.
Slide 14 - Open question
Ik heb mijn ouders gesmeekt voor een hond.
Slide 15 - Open question
Daar kraait geen hond meer naar.
Slide 16 - Open question
Anneloes kijkt alsof ze vuur ziet branden.
Slide 17 - Open question
Binnen twintig minuten bezorgde de pizzacoureur onze bestelling.