3H Over taal hfst. 6

3H
Nederlands
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

3H
Nederlands

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Herhaling over taal hoofdstuk 4 en 5
  • Over taal hoofdstuk 6
  • Verkeerd woord of verkeerde uitdrukking 

Slide 2 - Slide

Ik teken een ronde cirkel op het blad.
A
Contaminatie
B
Tautologie
C
typefout
D
Pleonasme

Slide 3 - Quiz

Hé Philip! Zit je nou bij Margo af te spieken?
A
contaminatie
B
tautologie
C
pleonasme
D
geen fout

Slide 4 - Quiz

Vanzelfsprekend zal ik dat werk natuurlijk wel nakijken.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie
D
geen fout

Slide 5 - Quiz

Die nutteloze verspilling van water moet eens een keer ophouden
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie
D
dubbele ontkenning

Slide 6 - Quiz

Wij zullen nooit niet aarzelen om onze vrienden te steunen
A
pleonasme
B
dubbele ontkenning
C
contaminatie
D
tautologie

Slide 7 - Quiz

Verkeerd woord of uitdrukking
 Sommige uitdrukkingen gebruik je niet zo vaak. Ook is het soms lastig om te onthouden welk voorzetsel bij een werkwoord hoort.


Verkeerde uitdrukking en contaminatie lijken heel erg op elkaar.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Stijlfouten: Verkeerde woorden
Eén  deelnemer steekt met kop en schotel boven
de rest uit. → met kop en schouders

Slide 10 - Slide


De snelle spits wordt tijdens de wedstrijd vervangen voor een andere speler.

Slide 11 - Open question


Toen de beveiliger polshoogte ging nemen, betrapte hij de inbrekers.

Slide 12 - Open question

Mijn oom en tante hebben gisteren tegen hun kinderen verteld dat ze gaan verhuizen.

Slide 13 - Open question

Mijn nicht woont een half jaar in Frankrijk en spreekt nu al vloeibaar Frans.

Slide 14 - Open question

Het was een saaie bedoeling op het feestje van mijn oma.

Slide 15 - Open question

Binnen twintig minuten bezorgde de pizzacoureur onze bestelling.

Slide 16 - Open question

Verkeerde uitdrukkingen

Wat moet het zijn?


De appel valt niet ver van de boom

Slide 17 - Slide


Zijn voorstel klinkt mij als zoete koek in de oren.

Slide 18 - Open question

Daar kraait geen hond meer naar.

Slide 19 - Open question

Anneloes kijkt alsof ze vuur ziet branden.

Slide 20 - Open question

De aap steekt uit de mouw.

Slide 21 - Open question