Thema 3 Politiek- Les 5 Europese Unie


Thema 3 - Politiek- les 5 - Europese unie
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson


Thema 3 - Politiek- les 5 - Europese unie

Slide 1 - Slide

Terugblik
In de vorige les hebben wij:
  • Heb ik geleerd wat de taken van de regering zijn;
  • heb ik geleerd wat een ministerie is;
  • heb ik geleerd welke taken de Tweede Kamer heeft.

Slide 2 - Slide

Lesprogramma
  • leer- en lesdoelen
  • Opdracht 'Europa'
  • Opdracht 'de Europese Unie'
  • Opdracht 'Europees parlement'
  • Bespreken les- en leerdoelen 

Slide 3 - Slide

  • Weet je wat de Europese Unie is;
  • weet je waaraan je kunt merken dat Nederland lid is van de Europese Unie;
  • weet je hoe je als Nederlander invloed kunt uitoefenen op Europese beslissingen. 

Slide 4 - Slide

lesdoelen
Aan het einde van les:
  • Weet ik hoe ik informatie moet zoeken via een betrouwbare bron op internet;
  • heb ik tijdens een klassengesprek mijn mening gegeven over een stelling. 

Slide 5 - Slide

Theorie 1: Europese Unie
Europese Unie
Nederland is lid van de Europese Unie (EU). De Europese Unie is een organisatie van 28 landen die veel met elkaar samenwerken. De lidstaten maken afspraken met elkaar, bijvoorbeeld over handel en politiek. Je kunt aan verschillende dingen merken dat Nederland lid is van de EU. Zo betaal je met de euro en kun je naar andere EU-landen reizen zonder dat je door grenscontroles moet. 
Europese wetten
Eu-landen leggen hun afspraken vast in Europese wetten. Alle lidstaten moeten zich aan deze wetten houden. Nederland dus ook.
 
Maak opdracht 1  in tweetallen op blz. 111                             Pak er een laptop bij!

Slide 6 - Slide

Opdracht 2
- Maak nu opdracht 2 a, b, c en d in hetzelfde tweetal als bij opdracht 1. 


timer
15:00

Slide 7 - Slide

Stelling: Het is goed dat Nederland lid is van de Europese Unie. Bedenk een argument voor en een argument tegen de stelling.

Slide 8 - Open question

Theorie 2: Europees Parlement
Een Europese wet mag pas worden ingevoerd als het Europese Parlement de wet goedkeurt. 
In het Europees Parlement zitten volksvertegenwoordigers uit alle EU-landen. Net als de Tweede Kamer in Nederland, stemt het Europees Parlement over nieuwe wetten. Een wet wordt pas ingevoerd als een meerderheid van het Europees Parlement voor de wet stemt. 

Europese verkiezingen
Elke vijf jaar worden er verkiezingen gehouden voor het Europees Parlement.

Slide 9 - Slide

Opdracht 3: Stemming
Opdracht: met de klas gaan we een stemming van de tweede kamer naspelen. 
Lees het wetsvoorstel, denk dat eerst na over welke argumenten je voor en tegen dit wetsvoorstel kunt bedenken. Schrijf deze voor jezelf op. 

- De docent verdeeld de rollen en is de voorzitter van het debat en de stemming
- 1 student speelt de minister (die mag niet stemmen)
- 1 student is tegen het wetsvoorstel
- de rest van de studenten weten het nog niet, of zijn voor het wetsvoorstel. 

Het wetsvoorstel is: Scholen moeten worden verplicht om telefoons te verbieden in de klas. 
Blz. 109 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

  • Heb ik geleerd wat de taken van de regering zijn;
  • heb ik geleerd wat een ministerie is;
  • heb ik geleerd welke taken de Tweede Kamer heeft.

Slide 12 - Slide

lesdoelen
Aan het einde van les heb ik:
  • Weet ik hoe ik informatie moet zoeken via een betrouwbare bron op internet;
  • heb ik samen met klasgenoten aan de hand van een begroting, gekozen welke plannen wij belangrijk vinden.

Slide 13 - Slide

Volgende week woordentoets!

Slide 14 - Slide

timer
20:00

Slide 15 - Slide