Cultuurverschillen en Stereotypes

Cultuurverschillen en Stereotypes
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Cultuurverschillen en Stereotypes

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les zul je in staat zijn om cultuurverschillen te begrijpen en stereotypes te herkennen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over cultuurverschillen en stereotypes?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Cultuurverschillen
Cultuurverschillen verwijzen naar de verschillen in waarden, normen en gedragingen tussen verschillende groepen mensen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Stereotypes
Stereotypes zijn algemene, vaak onjuiste, overtuigingen over een bepaalde groep mensen op basis van hun cultuur, geslacht, etniciteit, etc.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeldvraag 1
Welk van de volgende uitspraken is een voorbeeld van een stereotype? A) Alle Italianen zijn luidruchtig. B) Italiaans eten is heerlijk.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeldvraag 2
Welk van de volgende uitspraken is een voorbeeld van een stereotype? A) Alle Chinezen zijn goed in wiskunde. B) China heeft een rijke geschiedenis.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Stereotype Impact
Stereotypes kunnen leiden tot vooroordelen en discriminatie tegenover bepaalde groepen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Cultuuroefening
Verdeel de klas in groepen en geef elke groep een andere cultuur om te onderzoeken. Laat ze enkele kenmerken van de cultuur presenteren.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Reflectie
Vraag de studenten om na te denken over hoe stereotypes hun eigen kijk op andere culturen hebben beïnvloed.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.