Stereotypen van wetenschappers

Stereotypen van wetenschappers
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BurgerschapskundeBasisschoolGroep 7

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Stereotypen van wetenschappers

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kan de leerling stereotypen van wetenschappers herkennen en begrijpen hoe deze bijdragen aan vooroordelen.

Slide 2 - Slide

Dit is het leerdoel van de les. Het is belangrijk om dit duidelijk te communiceren met de leerlingen zodat zij weten wat zij kunnen verwachten.
Wat weet je al over stereotypen van wetenschappers?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn stereotypes?
Stereotypen zijn overtuigingen en veronderstellingen die mensen hebben over een bepaalde groep mensen.

Slide 4 - Slide

Leg uit wat stereotypes zijn en waarom het belangrijk is om ze te begrijpen.
Wat zijn stereotypes van wetenschappers?
Stereotypen van wetenschappers zijn bijvoorbeeld dat ze allemaal mannen zijn, dat ze saai zijn en geen sociaal leven hebben.

Slide 5 - Slide

Beschrijf enkele van de meest voorkomende stereotypes van wetenschappers.
Waar komen deze stereotypes vandaan?
Stereotypes van wetenschappers komen vaak voort uit media representaties en culturele overtuigingen.

Slide 6 - Slide

Leg uit waarom deze stereotypes bestaan en waar ze vandaan komen.
Welk effect hebben deze stereotypes?
Deze stereotypes kunnen bijdragen aan vooroordelen en discriminatie tegen wetenschappers die niet aan deze stereotypes voldoen.

Slide 7 - Slide

Leg uit hoe deze stereotypes kunnen bijdragen aan vooroordelen en discriminatie.
Hoe kunnen we stereotypes verminderen?
We kunnen stereotypes verminderen door ons bewust te zijn van onze eigen vooroordelen en door meer diverse representaties van wetenschappers te tonen in media en cultuur.

Slide 8 - Slide

Beschrijf enkele manieren waarop we stereotypes kunnen verminderen.
Voorbeelden van diverse wetenschappers
Toon voorbeelden van diverse wetenschappers zoals vrouwelijke wetenschappers, wetenschappers van kleur en LGBTQ+ wetenschappers.

Slide 9 - Slide

Toon voorbeelden van diverse wetenschappers om te laten zien dat wetenschappers niet allemaal aan stereotypes hoeven te voldoen.
Reflectie
Vraag de leerlingen om na te denken over welke stereotypes van wetenschappers zij eerder hebben gezien en welk effect dit kan hebben gehad. Vraag hen ook om na te denken over hoe ze stereotypes kunnen verminderen.

Slide 10 - Slide

Sluit de les af met een reflectie en vraag de leerlingen om na te denken over hoe ze stereotypes kunnen verminderen in hun eigen leven.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.