Going to, my mine, should

Herhaling KL & BL
- Leerlingen die hun spreekopdracht niet in hebben geleverd
- Herhaling KL & BL
- Tijd voor BL om huiswerk af te maken en aan de self test te werken

1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling KL & BL
- Leerlingen die hun spreekopdracht niet in hebben geleverd
- Herhaling KL & BL
- Tijd voor BL om huiswerk af te maken en aan de self test te werken

Slide 1 - Slide

Giving advice
should/shouldn't + verb

Slide 2 - Slide

Are you hungry? You should eat something.
Bevestigen +

Slide 3 - Slide

You shouldn't eat unhealthy snacks.
Negatief/afraden -

Slide 4 - Slide

Should I ask her to come with me? Yes, you should.
Vragend ?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Going to
Als je wilt zeggen dat er iets gaat gebeuren gebruik je going to.

Voor going to komt altijd  am/is/are  te staan,

na going to het hele werkwoord.


Slide 8 - Slide

Going to

I                                    am                           going to         
He/she/it                 is                              going to
We/you/they          are                           going to  

Slide 9 - Slide

Ontkenningen met going to
Als je zegt dat iets NIET gaat gebeuren gebruik je not/n't

You are not going to the library
He isn't going to tell you
I'm not going to do that

Slide 10 - Slide

Vragen met going to
Als je vraagt of er iets gaat gebeuren gebruik je ook going to,
je begint de zin dan met am/is/are:

Am I going to meet your sister?
Is George going to the supermarket?
Are we going to New York?

Slide 11 - Slide


I................. play a game
A
I'm going to
B
I am going to
C
I is going to
D
I are going to

Slide 12 - Quiz


We.........................watch television.
A
am going to
B
is going to
C
are going to

Slide 13 - Quiz


Abby.............................. call Robin.
A
am not going to
B
is not going to
C
are not going to

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

My - Mine

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

My = mijn
Mine = van mij / die van mij

your = jouw
yours= van jou / die van jou

Slide 18 - Slide