- Je benoemt de onderdelen van het ademhalingsstelsel en beschrijft hun kenmerken en functies.
- Je legt uit hoe gaswisseling in de longen plaatsvindt.
- Je legt uit waarom neusademhaling te verkiezen is boven mondademhaling.
- Je tekent in een afbeelding de stand van de huig en van het strotklepje bij het ademhalen, slikken en verslikken.