4h2/ 4h3 woordenschat les 4

boekenweek gedicht
Anders ben ik met jou

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

boekenweek gedicht
Anders ben ik met jou

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Deze les
Terugblik
Nieuwe oefeningen maken

Slide 3 - Slide

terugblik huiswerk           
Woordenschat lijkt misschien suf, maar…
 > … het is heel belangrijk voor het begrijpen van  teksten…
 > … bij Nederlands
 > … bij andere vakken! (Wiskunde A, biologie, geschiedenis…)
 > … in je hele verdere leven
Woord leren? Minstens 6x zien!
Neem de opdrachten van de module Woordenschat dus serieus 


Slide 4 - Slide

Wat haal je uit de context over het woord flexibel?
  • Zijn je werktijden flexibel, of liggen die juist vast?
  • De yogalerares is heel flexibel dankzij de vele oefeningen die ze doet.
  • De flexibele directeur vindt het niet erg als zijn leerlingen te laat komen.

Slide 5 - Slide

Wat haal je uit de context over het woord flexibel?
  • Zijn je werktijden flexibel, of liggen die juist vast?
  • De yogalerares is heel flexibel dankzij de vele oefeningen die ze doet.
  • De flexibele directeur vindt het niet erg als zijn leerlingen te laat komen.

- niet vast
- beweeglijk  

Slide 6 - Slide

Wat haal je uit de context of herken je aan het woord zelf?
  • Mijn nieuwe bedbank is niet zo comfortabel.
  • Business is het meest comfortabel, maar economy is ook redelijk aangenaam.
  • Tijdens het sporten is opgestoken haar het meest comfortabel.

Slide 7 - Slide

Wat haal je uit de context of herken je aan het woord zelf?
  • Mijn nieuwe bedbank is niet zo comfortabel.
  • Business is het meest comfortabel, maar economy is ook redelijk aangenaam.
  • Tijdens het sporten is opgestoken haar het meest comfortabel.

Engels: comfort > prettig Context: aangenaam

Slide 8 - Slide

Oefenen (werk stil, fluisteren mag, muziek luisteren ook)
  • Maak planning 'woordenschat les 4 (4h2/4h3)'
    (of opdracht 4, 5 en 6 blz. 183)

  • Had je de eerdere planningen nog niet af? Ga die dan ook nog maken. 

  • Als je in je boek werkt, kan je een nakijkblad halen voor het eerdere huiswerk.

  • Klaar?
    - Controleer of je de titel van je leesboek in de tabel in teams hebt gezet.
    - Schrijf verder aan het verhaal voor woordenschat. (Morgen tijd voor in de les)

Slide 9 - Slide

Morgen
  • Huiswerk:
Maak planning 'woordenschat les 4 (4h2/4h3)'
(of opdracht 4, 5 en 6 blz. 183)
  • Kies wat je morgen wilt gaan doen:
1) schrijven aan de schrijfopdracht voor woordsoorten (zorg dat je een laptop hebt)
2) Lezen in je leesboek (neem je leesboek mee.)

Slide 10 - Slide

Schrijfopdracht: spannend verhaal
  • Je schrijft een kort (spannend) verhaal van minimaal 350 woorden
  • Verwerk vijftien moeilijke woorden naar keuze en markeer ze in de tekst
  • Gebruik een eigen idee of kies uit twee startfragmenten
  • Verwerk minstens één dialoog in je verhaal

Voorbeeldje:
'Doorgaans appt hij me binnen een uur terug,' zei Iris. 'Hoe kan het dat het nu zo lang duurt?' 'Hij zal je dan toch niet zo belangrijk vinden,' antwoordde Maaike onverbiddelijk

Slide 11 - Slide