This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom!
Pak je leesboek
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Aan het eind van deze les..
.. kun je hoofd- en bijzaken onderscheiden in een tekst.
Slide 2 - Slide
Hoofd- en bijzaken
De belangrijkste informatie in een tekst noemen we de hoofdzaken. Wat niet zo belangrijk is, zijn de bijzaken. De hoofdzaken van een tekst vind je vaak op voorkeursplaatsen, zoals de inleiding en het slot van een tekst.
Slide 3 - Slide
Kernzin
De hoofdzaak van een alinea staat vaak in de kernzin. Dat is meestal de eerste zin van de alinea en soms de laatste. In de zinnen voor of na de kernzin staat dan een nadere uitleg of een voorbeeld.
Slide 4 - Slide
Waar staat de kernzin?
De kernzin is ook weleens de tweede zin. De eerste zin kan dan het verband met vorige alinea’s aangeven, zoals:
Er is nog een manier om mensen te leren kennen.
Soms heeft een alinea geen kernzin. Dan moet je zelf de hoofdzaak bepalen.
Slide 5 - Slide
Een overzicht..
Hoofdzaken
Bijzaken
- belangrijk
- inleiding en slot
- kernzin (vaak 1e zin alinea of laatste)
- minder belangrijk
- voorbeelden, getallen
Slide 6 - Slide
Tekst 1: Loflied op de oude liefdesbrief
In een van de oudste Nederlandse liefdesbrieven schrijft ene Maarten aan zijn geliefde: ‘Ic scijnke hu mijn herte, ziel ende lijf.’ In modern Nederlands: Ik geef me helemaal aan je over. Maarten bedacht zijn woorden waarschijnlijk zelf, wat in die tijd erg bijzonder was. Vroeger was het namelijk de gewoonte om het schrijven van liefdesbrieven aan een beroepsschrijver over te laten of iets te kopiëren uit een boek met voorbeeldbrieven.
Je krijgt de opdracht om aan iemand het belangrijkste uit de tekst te vertellen. Daarvoor moet je één zin uit de tekst gebruiken. Welke zin kies je en waarom?
Slide 7 - Slide
Tekst 1: Loflied op de oude liefdesbrief
In een van de oudste Nederlandse liefdesbrieven schrijft ene Maarten aan zijn geliefde: ‘Ic scijnke hu mijn herte, ziel ende lijf.’ In modern Nederlands: Ik geef me helemaal aan je over. Maarten bedacht zijn woorden waarschijnlijk zelf, wat in die tijd erg bijzonder was. Vroeger was het namelijk de gewoonte om het schrijven van liefdesbrieven aan een beroepsschrijver over te laten of iets te kopiëren uit een boek met voorbeeldbrieven.
Je krijgt de opdracht om aan iemand het belangrijkste uit de tekst te vertellen. Daarvoor moet je één zin uit de tekst gebruiken. Welke zin kies je en waarom?
De zin die je moet kiezen, is de laatste: Vroeger was … met voorbeeldbrieven.
Daarvóór wordt een voorbeeld gegeven (de liefdesbrief van ene Maarten) en voorbeelden zijn niet het belangrijkste van een tekst.
Slide 8 - Slide
Tekst 2: Hoi, met Zweden
Normaal gesproken bel je alleen met mensen en bedrijven, maar nu kun je dat ook met een land doen. Zweden heeft namelijk een telefoonnummer gekregen en als je dat belt, krijg je een willekeurige inwoner van het land aan de lijn. Wat moet het interessant zijn om eens niet gebeld te worden door familie, vrienden of zakelijke contacten, maar door een volslagen vreemde. Dit lijkt me een leuke verrassing tussendoor. Misschien worden mensen hierdoor ook wel minder eenzaam.
Naar: Lotte, www.sevendays.nl, op 15 april 2016
Wat is van deze tekst de kernzin? Schrijf de eerste twee en laatste twee woorden op.
Slide 9 - Slide
Tekst 2: Hoi, met Zweden
Normaal gesproken bel je alleen met mensen en bedrijven, maar nu kun je dat ook met een land doen. Zweden heeft namelijk een telefoonnummer gekregen en als je dat belt, krijg je een willekeurige inwoner van het land aan de lijn. Wat moet het interessant zijn om eens niet gebeld te worden door familie, vrienden of zakelijke contacten, maar door een volslagen vreemde. Dit lijkt me een leuke verrassing tussendoor. Misschien worden mensen hierdoor ook wel minder eenzaam.
Naar: Lotte, www.sevendays.nl, op 15 april 2016
Wat is van deze tekst de kernzin?
Tekst 2 – De kernzin is de tweede zin: Zweden heeft … de lijn.
Slide 10 - Slide
Tekst 3: Flirten vanuit de ja-stand
Als het op flirten aankomt, zijn de Nederlanders het meest bescheiden volk in Europa. Zomaar oogcontact maken, op straat of in de trein – ze durven het niet. Als je gewoon met de trein van A naar B wilt, zit je toch niet te wachten op een knipoog van een medepassagier? Laat staan dat je reageert op een vraag of opmerking. Liever duik je in je mobiel of ga je uitgebreid het voorbijrazende landschap bestuderen, ook al heb je dat al duizend keer gezien.
Naar: Wilfred Simons, Noordhollands Dagblad, 13 februari 2014
Wat is van deze tekst de kernzin? Schrijf de eerste twee en laatste twee woorden op.
Slide 11 - Slide
Tekst 3: Flirten vanuit de ja-stand
Als het op flirten aankomt, zijn de Nederlanders het meest bescheiden volk in Europa. Zomaar oogcontact maken, op straat of in de trein – ze durven het niet. Als je gewoon met de trein van A naar B wilt, zit je toch niet te wachten op een knipoog van een medepassagier? Laat staan dat je reageert op een vraag of opmerking. Liever duik je in je mobiel of ga je uitgebreid het voorbijrazende landschap bestuderen, ook al heb je dat al duizend keer gezien.
Naar: Wilfred Simons, Noordhollands Dagblad, 13 februari 2014
Wat is van deze tekst de kernzin? Schrijf de eerste twee en laatste twee woorden op.
Tekst 3 – De kernzin is de eerste zin: Als het … in Europa.
Slide 12 - Slide
Welk verband staat in deze zin? Zijn vriendin staat altijd voor hem klaar: ze is dus erg aardig.
A
Opsomming
B
Oorzaak-gevolg
C
Conclusie
D
Tegenstelling
Slide 13 - Quiz
Welk verband staat in deze zin? In deze winkel haal ik lekkere dingen, zoals taart en chocola.
A
Concluderend
B
Toelichtend
C
Opsomming
D
Vergelijkend
Slide 14 - Quiz
Welk signaalwoord geeft een redengevend verband aan?
A
Dat houdt in
B
In vergelijking met
C
Want
D
Het gevolg is dus
Slide 15 - Quiz
"Verwijder eerst het stickertje, druk daarna op de startknop." Wat zijn de signaalwoorden voor de volgorde van tijd?
A
druk, eerst
B
startknop, daarna
C
verwijder, eerst
D
eerst, daarna
Slide 16 - Quiz
Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 3 vanaf bladzijde 33.
Vraag 3 en 4 van opdracht 2 hoef je niet te maken.
Slide 17 - Slide
Zelf aan de slag
Maken: Cursus 1, §5 Hoofd- en bijzaken, opdr. 2 en 7
Alles af?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig.