This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
herhaling hoofdstuk 7
Slide 1 - Slide
Nederland verstuurt bloemen naar het buitenland. Dit is
A
Import
B
Export
Slide 2 - Quiz
Noem een product die we in Nederland importeren en waarom we dat doen
Slide 3 - Open question
Als de euro daalt heeft dat ook gevolgen voor jou als consument.
Zet onderstaande gevolgen in de goede volgorde
1
2
3
Consumenten in Nederland kunnen met hetzelfde geld minder kopen
Nederlandse bedrijven moeten in euro's meer betalen voor import van producten
Buitenlandse producten worden duurder in Nederland
Slide 4 - Drag question
Landen die naar verhouding weinig in- en uitvoeren hopen een....
A
open economie
B
gesloten economie
Slide 5 - Quiz
De EU is een...
A
economische samenwerking
B
politieke samenwerking
C
economische en politieke samenwerking
D
een verzameling landen, los van elkaar
Slide 6 - Quiz
Binnen de EU is:
A
Vrij verkeer van goederen en diensten
B
Vrij verkeer van personen
C
Vrij verkeer van kapitaal
D
Alle drie juist
Slide 7 - Quiz
Wat is de economische betekenis van protectie
A
het beschermen van productie en banen in eigenland
B
het beschermen van de buitenlandse markt
Slide 8 - Quiz
De EU heft importrechten op schoenen uit China. Nederland importeert daarom ........... schoenen
A
meer
B
minder
Slide 9 - Quiz
Noem 2 landen waar met de Euro betaald wordt, anders dan Nederland
Slide 10 - Open question
Wat meten we met inkomen per hoofd van de bevolking?
Slide 11 - Open question
Geef 3 kenmerken van een ontwikkelingsland
Slide 12 - Open question
Vul de viceuze cirkel verder in
Gezinnen zijn arm
2
3
4
Geen opleiding
kinderen moeten werken
Slecht betaald werk
Slide 13 - Drag question
Giro 555 is
A
noodhulp
B
structurele hulp
Slide 14 - Quiz
Geef een voorbeeld van structurele hulp
Slide 15 - Open question
Handel waarbij boeren een betere prijs voor hun producten kunnen krijgen noemen we........
Slide 16 - Open question
Angola heeft een nationaal inkomen van van €103 miljard. Het land heeft €25,9 miljoen inwoners. Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking. Tip: schrijf eerst de bedragen voluit
Slide 17 - Open question
In NIgeria wonen 185 miljoen mensen. 47,3% leeft daar van minder €1,80 per dag.
Bereken hoeveel mensen dat zijn
Slide 18 - Open question
Een pak koekjes van bolletje 145 gram kost €2,95. Een pak koekjes van ah eigenhuismerk 195 gram kost€3,45. Bereken voor beide de prijs per 100 gram