Wat ga je leren: woorden schrijven met een klankgroep en een andere categorie
1 / 20
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 4
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Spelling: Blok 6, week 2, les 1
Wat ga je leren: woorden schrijven met een klankgroep en een andere categorie
Slide 1 - Slide
Woorden met sch
Slide 2 - Mind map
Woorden met schr
Slide 3 - Mind map
Welke twee categorieën zitten er in: vrolijk
A
klankgroepenwoord en achtervoegsel
B
klankgroepenwoord en voorvoegsel
C
hakwoord en achtervoegsel
D
hakwoord en voorvoegsel
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Luister naar de instructie
Uitleg:
1. lading 2. koffertje
3. kasteel 4. bruiloft
Slide 7 - Slide
Klik twee antwoorden aan Welke twee categorieën zitter erin: lading
A
Klankgroepenwoord
B
zingwoord
C
plankwoord
D
hakwoord
Slide 8 - Quiz
Klik twee antwoorden aan Welke twee categorieën zitter erin: kasteel
A
klankgroepenwoord
B
hakwoord
C
aai-ooi-oei woord
D
eel-woord
Slide 9 - Quiz
Oefendictee
Stappenplan 1. Luister naar het woord 2. Zeg het hardop na 3. Denk na, welke categorieën zitten erin? 4. Typ het woord in 5. Controleer het woord --> ga daarna verder, door op het pijltje te klikken