What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Leesvaardigheid signaalwoorden
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Doelen
Ik weet hoe (zinnen en) alinea's met elkaar verbonden kunnen zijn.
Ik weet welke signaalwoorden bij welk tekstverband horen.
Ik kan signaalwoorden herkennen in de tekst.
Pagina 157
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Uitspraak - opsomming
Uitspraak - tegenstelling
Uitspraak - voorbeeld
niet alleen ... maar ook
bijvoorbeeld
daar staat tegenover
Maar
Ook
bovendien
daarentegen
Integendeel
Zoals
Slide 4 - Drag question
Slide 5 - Slide
Noteer de drie signaalwoorden die worden genoemd in deze tekst in je schrift.
Slide 6 - Slide
Noteer de tekstverbanden achter de signaalwoorden.
Slide 7 - Slide
Zins- of alineaverband
A
Zin
B
Alinea
Slide 8 - Quiz
Zins- of alineaverband
A
Zin
B
Alinea
Slide 9 - Quiz
Wanneer is er sprake van een alineaverband?
A
Als de alinea's elkaar kunnen vervangen
B
Als de alinea's met elkaar verbonden zijn
C
Als de alinea's weggelaten kunnen worden
Slide 10 - Quiz
Het signaalwoord 'zo' hoort bij het alineaverband...
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
opsomming
Slide 11 - Quiz
Welk alineaverband zie je in deze alinea?
A
Voorbeeld
B
Tegenstelling
C
Opsomming
D
Conclusie
Slide 12 - Quiz
Op welke vier manieren kunnen alinea's met elkaar verbonden zijn?
Slide 13 - Open question
timer
1:00
Welke signaalwoorden ken je?
Slide 14 - Mind map
Tekstverband: TEGENSTELLING
A
al met al
B
daar staat tegenover
C
zoals
D
waardoor
Slide 15 - Quiz
Tekstverband: UITSPRAAK-VOORBEELD
A
samenvattend
B
echter
C
ter toelichting
D
zo
Slide 16 - Quiz
Signaalwoord: TEN EERSTE........TEN TWEEDE
A
middel-doel
B
opsomming
C
oorzaak-gevolg
D
tegenstelling
Slide 17 - Quiz
Wat is een tekstverband?
A
Het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd.
B
Het belangrijkste in een alinea.
C
De samenhang tussen woorden, zinnen of alinea's.
D
Relaties tussen verschillende delen van de tekst.
Slide 18 - Quiz
Zoek
het tekstverband:
Vroeger hield hij van pasta, maar tegenwoordig houdt hij meer van pizza.
n.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
chronologie
D
toelichting
Slide 19 - Quiz
Zoek
tekstverband:
Hij houdt van pannenkoeken, maar niet van pizza.
n.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
chronologie
D
toelichting
Slide 20 - Quiz
Tips om de toets te leren
1. Bekijk de gele stukken
2. Websites om te oefenen:
www.cambiumned.nl
3. Filmpjes om naar te kijken
4. Oefen op de website. Kies bijspijkeren Lezen of opstromen,
5. Kijk op Teams bij het onderdeel Lezen.
Slide 21 - Slide
More lessons like this
Leesvaardigheid signaalwoorden
September 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Leesvaardigheid 2 HV blok 1 t/m 6
February 2023
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Leesvaardigheid signaalwoorden
October 2023
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Tekstbegrip 2atheneum
November 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
25/9 Leesvaardigheid 1: tekstverbanden + signaalwoorden
September 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
25/9 Leesvaardigheid 1: tekstverbanden + signaalwoorden
December 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
25/9 Leesvaardigheid 1: tekstverbanden + signaalwoorden
September 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Tekstverbanden 2 vwo
April 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2