This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Herhaling hoofdstuk 2, paragraaf 1 t/m 4
15 vragen
Slide 1 - Slide
Welk begrip past bij deze omschrijving?
''De stad telt meer dan tien miljoen inwoners maar speelt in de wereldeconomie geen grote rol ''
A
Megastad
B
Wereldstad
C
Agglomeratie
D
Randstad
Slide 2 - Quiz
Leg in je eigen woorden het verschil uit tussen een megastad en een wereldstad
Slide 3 - Open question
Een stad verschilt op een aantal punten van een dorp. Welk van onderstaande kenmerken hoort niet bij een stad?
A
Er is een groot aantal verzieningen
B
Er is een bepaald aantal inwoners dat per land wel verschilt
C
De mensen werken vooral in de primaire sector
D
Dicht bebouwd in vergelijking met het omringende gebied
Slide 4 - Quiz
Wat hoort waarbij?
Hoofdstad
Wereldstad
Megastad
Hier zit meestal de regering
In de globalisering speelt deze stad een belangrijke rol
Rio de Janeiro
Slide 5 - Drag question
Een stad ligt nooit zomaar ergens. De ligging kun je verklaren met behulp van drie factoren. Welke factor zegt iets over de relatieve ligging van de stad Rome?
A
Rome is gebouwd op zeven heuvels
B
Rome heeft kenmerken van een koloniale dubbelstad
C
Rome ligt op 42º N.B. en 12º 20' O.L
D
Vele wegen leiden naar Rome
Slide 6 - Quiz
Leg in eigen woorden het begrip ''verstedelijkingsgraad'' uit.
Slide 7 - Open question
Waar of niet waar?
''In rijke landen is het verstedelijkingstempo laag.''
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Bekijk deze foto
Slide 9 - Slide
Welk begrip past bij deze foto?
Slide 10 - Open question
Wat kun je vertellen over het CBD?
Slide 11 - Mind map
In een land als Indonesië neemt de verstedelijkingsgraad snel toe. Welke twee factoren spelen daarbij een belangrijke rol?
A
De trek van het platteland naar de stad
B
De trek van het centrum naar de randen van de stad
C
Het hoge geboorteoverschot in de steden
D
De snelle groei van de informele sector
Slide 12 - Quiz
Vroeger was de grens tussen de westerse stad en het platteland erg duidelijk. Tegenwoordig is deze grens veel minder scherp.
Noem voor deze ontwikkeling twee verschillende oorzaken.
Slide 13 - Open question
Leg in eigen woord het begrip ''gentrificatie'' uit
Slide 14 - Open question
Waar of niet waar?
''Nieuwere krottenwijken hebben meer voorzieningen dan oudere krottenwijken.''
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Welke problemen spelen een rol in megasteden in arme landen?
Slide 16 - Mind map
Waarom wordt de formele sector ook wel de ''smeerolie van de economie in de stad'' genoemd?
Slide 17 - Open question
Ik vind LessonUp een fijn programma om mee te werken.
Ja
Nee
Soms
Weet ik niet
Slide 18 - Poll
Aan de slag
Maak de opdrachten van de herhaling
op bladzijde 46 en 47 in je werkboek / online
Klaar?
Ga dan verder met de verdieping op bladzijde 48 en 49