Week 11 - Les 1

Prends tes livres!
Quel temps fait-il aujourd'hui?
Quelle est la date d'aujourd'hui?
Qu'est-ce que tu portes aujourd'hui?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Prends tes livres!
Quel temps fait-il aujourd'hui?
Quelle est la date d'aujourd'hui?
Qu'est-ce que tu portes aujourd'hui?

Slide 1 - Slide

Le planning
  • Corriger les devoirs
  • Répéter le pronom COD
  • Le passé composé
  • Faire des exercices

Slide 2 - Slide

Le but d'aujourd'hui
  • Ik begrijp wat het pronom COD is en kan dit toepassen in opdrachten. 
  • Je hebt kennisgemaakt met de Franse voltooid tegenwoordige tijd (de Passé composé).

Slide 3 - Slide

Corriger les devoirs
  • Prends un stylo rouge/autre couleur
  • Corriger ex. 6, 9 et 10 (CD’E, p. 28,29,30)

Slide 4 - Slide

Corrigés ex. 9 - CD'E, p. 29

Slide 5 - Slide

Les pronoms COD - LD'E, p. 34
Vertaal het zinnetje:

  • 1. Ik eet het broodje. Ik eet het.
  • 1. Je mange le sandwich. Je le mange.
timer
1:00

Slide 6 - Slide

Opbouw van de zin met een pronom COD
  • Travaille à deux: faire ex. 11 - CD'E, p. 30


Ben je klaar? Neem de woordjes van de glossaire unité 2, leçon 2 door - LD'E, p. 106
timer
5:00

Slide 7 - Slide

Corrigés ex. 11 - CD'E, p. 30

Slide 8 - Slide

Notre tour de France - LD’E, p. 30
Exercice 1 = lis le texte et réponds aux questions suivantes dans ton cahier:
1. Waar gaat deze tekst over? Wat doen ze allemaal?
2. Wat valt je op in deze tekst? Hoe omschrijven ze de activiteiten?




timer
5:00

Slide 9 - Slide

De passé composé
De voltooid tegenwoordige tijd - ik heb gekocht, ik heb gespeeld

Doen: Bekijk nogmaals de tekst en schrijf de vormen van de passé composé op in je schrift - LD'E, p.30

Bedenk daarna:
- Wat valt je op aan de samenstelling van deze werkwoordstijd? Wat zou de regel hierachter zijn? Schrijf het in je schrift. Probeer er zelf iets van te maken zonder je boek te gebruiken!

Huiswerk voor donderdag 16 november : 
Opdracht hierboven + ex. 13 (CD'E, p. 31)

Slide 10 - Slide

La réflexion
Ik begrijp wat het pronom COD is en kan dit toepassen in opdrachten. 

Kijk naar de onderstaande zinnen:
1). Je vais manger le sandwich 
2). J'aime mon amie Sandra.

  • Hoe maak je deze zinnen korter door het Pronom COD toe te passen? 
  • Waar let je op?

Slide 11 - Slide

Prends ton agenda et notes les devoirs
  • Faire ex. 13 CD’E, p. 31
  • Répéter glossaire unité 2, leçon 2 - LD'E, p. 106

Slide 12 - Slide